Faillissementen natuurlijke personen
Faillissementen rechtspersonen
WSNP
Dataroom
Gerechtelijke incasso
Incassoʼs
Internationale incasso
Minnelijke incasso
Uitvoeren van het vonnis
Arbeidsrecht
Bestuursrecht
Bouwrecht
Faillissementsrecht
Familierecht
Handelsrecht
Huurrecht
Intellectueel Eigendomsrecht
Milieurecht
Ondernemingsrecht
Ontslagrecht
Paardenzaken
Transportrecht
Nieuwspagina
 
Rechtbank verklaart vier Twentse bedrijven failliet
18-8-23
Bron: https://www.tubantia.nl/enschede/rechtbank-verklaart-vier-twentse-bedrijven-failliet~a1e12cdf/

Rechtbank verklaart vier Twentse bedrijven failliet

De rechtbank in Almelo heeft vier Twentse bedrijven failliet verklaard. Het betreft bedrijven in de bouwsector, badkamer- en keukenrealisatie, een handelsfirma en een adviesbureau.

Bij Medical Care Solutions in Almelo kwam sinds juni slechts één opdracht binnen. Te weinig om een bedrijf met vijf werknemers in de been te houden, zegt curator Eddy Kolkman. Medical Care Solutions ontwierp en bouwde keukens en badkamers op maat voor mensen met een fysiek ongemak.

De totale schuld bedraagt volgens Kolkman 475.000 euro, waarvan 2,5 ton aan een particuliere investeerder en het resterende bedrag van ruim twee ton aan de fiscus. Ook plaatste het bedrijf zelfontworpen multistallingen van metaal waarin scootmobiels kunnen worden gestald. „Dit gepatenteerde systeem heeft als voordeel dat het brandvertragend is. Er ontstaan nogal eens brandjes door accu’s van scootmobiels”

Groothandel

Mepco in Enschede is een handel in restpartijen textiel, behang en raamdecoratieproducten met veel klanten in het Midden-Oosten. Mepco, dat al 20 jaar bestaat, staat in het krijt bij één van de handelspartners die het faillissement aanvroeg. Volgens curator Philippe Schol is er sprake van een schuld van circa een half miljoen aan de fiscus en de handelspartner die het bankroet aanvroeg. Er zijn drie personeelsleden.

Adviesbureau

In Enschede legde ook energie-adviesbureau Jardin Graywood Adviseurshet loodje. Het bedrijf adviseerde zowel particulieren als ondernemingen, instellingen en verenigingen over energiebesparing -en certificering, alsmede subsidie-aanvragen. Eigenaar en enige werknemer Hans Metselaar (80) gaf volgens curator Tom Brouwer aan geen perspectief meer te zien. „De totale schuld is nog niet inzichtelijk. Ik heb nog niet alle stukken”, aldus Brouwer.

Veranda’s

De Verandaproducent in Enschede, leverancier van metalen veranda’s, was nog maar ruim twee jaar bezig, maar heeft het niet kunnen redden. Curator Cander van der Veer was niet beschikbaar voor een toelichting.

 

 
Witwassende autohandelaar moet vier ton neertellen na faillissement
18 juli 2023
Bron: https://www.rtvoost.nl/nieuws/2248622/witwassende-autohandelaar-moet-vier-ton-neertellen-na-faillissement

Witwassende autohandelaar moet vier ton neertellen na faillissement

De eigenaar van het failliete ANM Auto's in Almelo moet vier ton neertellen. Nadat de curator hem privé aansprakelijk had gesteld, vocht de autohandelaar dit aan. Maar de rechter concludeerde dat de autohandelaar zich schuldig heeft gemaakt aan wanbestuur en dat de curator daarom de financiële schade in het bankroet op hem persoonlijk mag verhalen. De autohandelaar moet nu vier ton aftikken bij de curator.
De rechtbank Overijssel oordeelde dat vorige maand in een rechtszaak aangespannen door curator Eddy Kolkman. Uit het vonnis blijkt onder meer dat de autohandelaar zich niet heeft gehouden aan de boekhoudplicht.
In het gisteren gepubliceerde faillissementsverslag meldt de curator dat hij met dit vonnis in de hand de financiële schade in het faillissement nu op de voormalig autohandelaar zal gaan verhalen. Hij heeft een deurwaarder daartoe intussen opdracht gegeven, zo schrijft de curator.

Jarenlang procederen

Aan het vonnis van de rechtbank ging jarenlang procederen vooraf. Eerder al kwam de curator tot de conclusie dat zogenoemd onbehoorlijk bestuur de voornaamste oorzaak was van het faillissement van ANM Auto's. 
Bij dit bedrijf werden ooit 120 auto's in beslag genomen omdat de eigenaar van ANM werd verdacht van grootschalige wiethandel. Anderhalve week later ging ANM Auto's op de fles. 

Schuldenlast

De curator becijferde eerder al het financiële tekort in dit faillissement op 4,6 ton en stelde de autohandelaar daarvoor privé aansprakelijk. Die vocht dit bij de rechter aan, maar die oordeelde vorige maand dat de zakenman vier ton moet betalen. Ook draait hij op voor ruim tien mille aan gerechtelijke kosten.
Behalve de fiscus met een claim van bijna 2,9 ton hebben zich bij de curator 35 schuldeisers gemeld die zeggen gezamenlijk nog ruim 3,5 ton tegoed te hebben. Daarnaast zijn er nog enkele andere crediteuren die 33 mille claimen, waarmee de totale schuldenlast op 6,7 ton komt.

Auto's geveild

Eerder al heeft het Openbaar Ministerie de in beslag genomen auto's laten veilen, waaruit het OM nog ruim 128.000 euro 'onder zich heeft'. Daar heeft de curator op zijn beurt weer beslag op gelegd. Hierover dient in augustus een rechtszaak, zo blijkt uit het nieuwste faillissementsverslag.

Wiethandel

De autohandelaar werd er door justitie van verdacht dat hij miljoenen euro's zou hebben verdiend met de wiethandel en van het verdiende drugsgeld in weelde leefde. Hij zou het onder meer hebben gebruikt voor de aanleg van een zwembad, de bouw van een bar in de tuin, nieuwe badkamers en een complete woningrenovatie. Het kon niet gek genoeg, aldus justitie in het onderzoeksdossier Travee

Afgeluisterd

Justitie haalde in dit onderzoek alles uit de kast. Zo werd de autohandelaar anderhalf jaar lang afgeluisterd en gevolgd. Er werd volgapparatuur onder zijn auto geïnstalleerd en zijn autohandel werd volgehangen met opnameapparatuur.
De voormalig autohandelaar werd uiteindelijk vrijgesproken van het leiden van de drugsbende, maar werd wel veroordeeld voor drugsexport, wapen- en drugsbezit en het witwassen van crimineel geld via zijn autohandel. Na een eis van zes jaar cel werd er 34 maanden opgelegd.
 

 
Witwassende autohandelaar uit Almelo moet 400.000 euro betalen wegens wanbestuur
22-06-23
Bron: https://www.tubantia.nl/almelo/witwassende-autohandelaar-uit-almelo-moet-400-000-euro-betalen-wegens-wanbestuur~a4d2205b/

Witwassende autohandelaar uit Almelo moet 400.000 euro betalen wegens wanbestuur

De veroordeelde ex-autohandelaar Wiebe van B. uit Almelo moet 400.000 euro betalen aan de curator. De rechtbank in Almelo oordeelt dat het autobedrijf op de fles ging door zijn wanbestuur. Eerder werd de man veroordeeld voor witwassen van crimineel geld via zijn bedrijf en grootschalige handel in hennep.

De rechter oordeelde dat Van B. zich schuldig maakte aan onbehoorlijk bestuur. Dat betekent dat hij opdraait voor de kosten in het faillissement van autobedrijf ANM. Volgens curator Eddy Kolkman wachten verschillende schuldeisers nog op zo’n 460.000 euro. De rechtbank veroordeelde Van B. tot het betalen van een voorschot van 400.000 euro.

Crimineel geld

De boekhouding van het bedrijf was een gatenkaas. Er zaten onverklaarbare grote verschillen tussen de verkoop en inkoop van meer dan honderd auto’s. Curator Kolkman vertelde tijdens de zitting dat de Almeloër daar in al die jaren geen goede verklaring voor heeft gegeven.

De man kreeg ook de rechtbank niet aan zijn kant. Uit het vonnis blijkt dat Van B. alle verwijten ontkende, maar nergens bewijs leverde van zijn gelijk. De rechter concludeerde dat hij ‘niet steekhoudend’ heeft verklaard, net als in de strafzaak.

Grote Twentse drugsbende

Autobedrijf ANM ging in 2016 failliet, nadat justitie de totale voorraad van 120 auto’s en de administratie in beslag nam. Volgens het Openbaar Ministerie was Wiebe van B. de spil in een grote Twentse drugsbende. Het autobedrijf liet een schuld achter van meer dan een miljoen euro. De strafrechter veroordeelde hem tot 34 maanden cel voor het witwassen van 300.000 euro via het autobedrijf en bezit van 50 kilo hennep. Het hoger beroep loopt.

Strafzaak: Verkoop hennep en witwassen

Na een langdurend strafproces veroordeelde de Zwolse rechtbank in 2020 Wiebe van B. tot 34 maanden cel. Volgens de rechtbank leidde de Almeloër de verkoop van partijen hennep aan Duitse klanten. In zijn opslagbox vond de politie meer dan 50 kilo hennep. De rechters concludeerden dat hij via het autobedrijf zeker 300.000 euro aan crimineel geld heeft witgewassen.

Volgens het OM was Van B. de onbetwiste leider van de criminele organisatie. De officier eiste daarom zes jaar celstraf tegen hem. Maar de rechtbank vond niet bewezen dat Van B. bij die groepering hoorde, laat staan dat hij er leiding aan gaf. Zowel de Almeloër als het OM gingen in hoger beroep. Die procedure loopt nog bij het gerechtshof.

De rechtbank zag Robin W. uit Vroomshoop als de leidinggevende van de criminele drugsorganisatie. Daarnaast was hij betrokken bij zeker zes hennepkwekerijen en de export van de hennep. Hij kreeg een celstraf van 39 maanden. Ook in deze zaak gingen beide partijen in hoger beroep. De rechtbank sprak de zoon van Van B. en andere familieleden vrij.

 

 
Echtgenoot van failliete zorgdirectrice uit Almelo moet groot deel van verdwenen 1,1 miljoen ophoesten
06-04-23
Bron: https://www.tubantia.nl/almelo/echtgenoot-van-failliete-zorgdirectrice-uit-almelo-moet-groot-deel-van-verdwenen-1-1-miljoen-ophoesten~ac9486e7/

Echtgenoot van failliete zorgdirectrice uit Almelo moet groot deel van verdwenen 1,1 miljoen ophoesten

Zijn vrouw was directrice van een failliet zorgbureau uit Almelo en volgens de curator verantwoordelijk voor de vermiste 1,1 miljoen euro. Hoewel ze getrouwd waren onder huwelijkse voorwaarden oordeelt de rechtbank dat de man van Neriman K. een groot deel moet terugbetalen.

Al vanaf het moment dat Actueel Zorg Twente op de fles ging probeert curator Kolkman het verdwenen geld terug te halen. Er zit volgens hem een gat in de boekhouding van meer dan 1,1 miljoen euro. De administratie was verdwenen toen het zorgbureau in 2019 failliet ging. Die kwam vervolgens mondjesmaat boven water, het geld echter niet.

Half jaar gegijzeld

Omdat directrice Neriman K. weigerde te vertellen waar het missende zorggeld was gebleven, zat zij een half jaar in de gevangenis in het kader van een zogenoemde ‘faillissementsgijzeling’. Het gerechtshof liet haar in 2021 vrij, ondanks dat ze haar inlichtingenplicht nog steeds niet nakwam. De rechtbank verbood eerder de vrouw om te emigreren, de echtgenoot woont nu in Duitsland, zo blijkt het vonnis.

Forse verbouwingen

Vervolgens richtte de curator zijn pijlen op haar echtgenoot. Het bedrijf ging volgens hem failliet omdat K. en haar man voor meerdere tonnen aan euro’s onterecht contant opnamen of overboekten naar hun privérekeningen. De curator eiste bij de rechtbank ruim 620.000 euro van de echtgenoot. De man gebruikte het geld voor onder andere forse verbouwingen aan privéwoningen en een groot besnijdenisfeest.

Huwelijkse voorwaarden

De rechtbank ging deels mee in de eis. Volgens de rechters staat vast dat er iets meer dan 484.000 euro van de zakelijke rekening naar de gezamenlijke privérekening is overgeboekt. Omdat het stel het geld van die rekening samen gebruikte, valt het niet onder de huwelijkse voorwaarden. Daarom moet de echtgenoot de helft betalen aan het failliete zorgbureau van zijn vrouw, ruim 230.000 euro.

Turkse erfenis

Waar de resterende ruim 900.000 euro is gebleven en of er ooit geld terugkomt in de boedel van het failliete bedrijf is de vraag. De vrouw is ook privé failliet verklaard, de woning van het gezin is vorig jaar via een executieveiling verkocht. Pogingen van de curator om achter een erfenis of onroerend goed in Turkije te komen, liepen op niets uit.

 

 
Echtgenoot van failliete zorgdirectrice moet tonnen ophoesten
6 april 2023
Bron: https://www.rtvoost.nl/nieuws/2215071/echtgenoot-van-failliete-zorgdirectrice-moet-tonnen-ophoesten

Echtgenoot van failliete zorgdirectrice moet tonnen ophoesten

De echtgenoot van de directrice van het failliete Actueel Zorg Twente uit Almelo draait op voor ruim 2 ton aan kosten die door het bankroet van zijn levenspartner zijn veroorzaakt. Dat het echtpaar op huwelijkse voorwaarden is getrouwd, doet daar niets aan af, zo blijkt uit een uitspraak van de rechtbank Overijssel. De man genoot voordeel van het bedrijf van zijn vrouw en gebruikte zorggeld om onder meer zijn eigen schulden af te lossen en voor een groot besnijdenisfeest, zo blijkt uit het vonnis.
Curator Eddy Kolkman kan nu met deze uitspraak in de hand ruim 230.000 euro op de echtgenoot proberen te verhalen.

Gegijzeld

De curator werkt al jaren aan de afwikkeling van het uiterst turbulent verlopen faillissement. Het zorgbedrijf raakte in de problemen nadat de FIOD in 2019 een inval deed in het Almelose kantoor van de zorgaanbieder.
Vervolgens ontstond er een verhitte strijd tussen de curator en de zorgdirectrice. Zo werd de vrouw op last van de curator bijna een half jaar lang gegijzeld omdat ze niet kon vertellen waarom ze in totaal 1,3 miljoen euro van de bedrijfsrekening had opgenomen voor privédoeleinden.
Ze zei zich simpelweg niet te kunnen herinneren waar ze het geld aan had uitgegeven.

Onderzoek in Turkije

Curator Kolkman probeert sindsdien te achterhalen waar het zorggeld is gebleven. Voor zijn onderzoek richtte hij zijn pijlen onder meer op Turkije. Om na te gaan of de zorgdirectrice het geld eventueel had doorgesluisd naar haar vaderland of hier wellicht had belegd in onroerend goed. Dit leverde echter niets op.
Curator Kolkman becijferde dat er in totaal ruim 1,1 miljoen euro aan zorggeld is verdwenen. Volgens Kolkman is daarvan "de helft ten goede gekomen aan de echtgenoot", zo schreef hij in een eerder verslag.
Omdat de zorgdirectrice intussen ook privé failliet is verklaard, begon curator Kolkman vervolgens een procedure tegen de echtgenoot. Daarin eiste hij dat de echtgenoot de helft van het verdwenen zorggeld zou terugbetalen

Huwelijkse voorwaarden

De rechtbank concludeert nu in het vonnis dat het echtpaar in december 2010 weliswaar op huwelijkse voorwaarden is getrouwd, maar dat uit de notariële akte blijkt dat er sprake is van "gemeenschap van inboedel". Dat rechtvaardigt dat de curator de helft van het geld op de echtgenoot kan verhalen. 
Volgens de rechtbank staat vast dat er 484.371,50 euro vanuit het bedrijf naar privérekeningen is overgeboekt. De echtgenoot draait nu op voor de helft van dit bedrag.

Besnijdenisfeest

Volgens de rechtbank is gebleken dat geld van het bedrijf is gebruikt voor ingrijpende verbouwingen aan de privéwoning en dat de echtgenoot het zorggeld heeft gebruikt voor een groot besnijdenisfeest. Ook blijkt uit bankafschriften dat de man zijn eigen schulden afloste met het geld van het bedrijf .
Belangrijk argument voor de rechtbank is dat het echtpaar een gezamenlijke bankrekening had. Omdat de echtgenoot slechts een bescheiden salaris genoot, heeft hij "geprofiteerd van de aan de zakelijke rekeningen onttrokken bedragen", aldus het vonnis.

Erfenis

In zijn onderzoek naar de achtergronden van het faillissement, kwam de curator ook nog overhoop te liggen met de zorgdirectrice over twee erfenissen die ze in haar vaderland Turkije heeft ontvangen. De directrice wilde echter niet zeggen hoeveel geld er met deze erfenissen was gemoeid. De curator schakelde nog wel een Turkse advocaat in, maar dat leverde uiteindelijk ook niets op.

Emigreren

Overigens wilde de zorgdirectrice tussentijds verhuizen naar Duitsland, maar de curator heeft dit via een rechtszaak weten te verijdelen. De privéwoning van het echtpaar is inmiddels via een executieveiling verkocht.
Eerder al deed de curator aangifte tegen de zorgdirectrice van strafbare feiten.
Behalve de procedures rond het faillissement is er ook nog sprake van een FIOD-onderzoek. Dit onderzoek loopt nog.
 

 
Bestuurders Zwanenhof moeten miljoenen aan schadevergoeding betalen, na echec met zorghotel in Zenderen
06-06-23
Bron: https://www.tubantia.nl/almelo/bestuurders-zwanenhof-moeten-miljoenen-aan-schadevergoeding-betalen-na-echec-met-zorghotel-in-zenderen~a42bd340/?cb=a3122393a3595173dd2e83dfa7795f6f&auth_rd=1

Bestuurders Zwanenhof moeten miljoenen aan schadevergoeding betalen, na echec met zorghotel in Zenderen

Twee oud-bestuurders van De Zwanenhof moeten vele miljoenen aan schadevergoeding betalen, na het faillissement waardoor de bouw van een zorgcentrum in Zenderen stil kwam te liggen. Dat heeft de rechtbank in Almelo bepaald in een zaak die was aangespannen door curator Frederik Kolman. De bestuurders zijn hoofdelijk aansprakelijk en er was sprake van ‘onbehoorlijk bestuur’, volgens de rechter.

De uitspraak is een nieuw hoofdstuk in een slepende kwestie. Nabij retraitecentrum De Zwanenhof in Zenderen werd destijds begonnen met bouw van een zorghotel. Na faillissement van De Zwanenhof kwam het megaproject van circa 20 miljoen stil te liggen. Daarna kocht bouwbedrijf Bramer uit Vriezenveen, een van de grootste schuldeisers, het hele complex. Het is wind- en waterdicht gemaakt, maar niet afgebouwd.

Faillissement dreunt na

Het faillissement dreunt nog altijd na. Bij de afwikkeling heeft curator Kolkman uit Almelo een boedeltekort geconstateerd. Er ontbreekt volgens hem 17,5 miljoen euro. De curator stapte naar de rechter om de ontbrekende miljoenen te vorderen op de twee oud-bestuurders van De Zwanenhof. Met hun bv’s Team Spirit en VJH Participaties (beide in Hengelo) bepaalden ze het reilen en zeilen als ‘indirecte bestuurders’.

Vernietigend vonnis

De meervoudige kamer van de rechtbank houdt hen verantwoordelijk voor het faillissement van De Zwanenhof en de flop met het zorghotel. Er was sprake van ‘onbehoorlijk bestuur’, volgens de rechter. Met het faillissement als fatale gevolg. ‘De onbehoorlijke taakvervulling van de bestuurders is een belangrijke oorzaak van het faillissement’, meldt het vonnis.

De oud-bestuurders gaven een andere reden voor het faillissement en daarmee de mislukking van het Zorghotel-project. De Zwanenhof zou niet de toegezegde financiering hebben ontvangen die nodig was voor de bouw van het Zorghotel. Bovendien zouden lange planologische procedures tot ‘onvoorziene vertragingen van de bouw’ hebben geleid. En daarmee tot ‘omvangrijke kosten’.

Nederlandse banken wilden niet

De rechtbank ging daar niet in mee. Volgens het vonnis hadden de bestuurders van De Zwanenhof de financiële malaise aan zichzelf te wijten. Dat is in de praktijk gebleken. De bestuurders gingen in zee met buitenlandse investeerders nadat gebleken was dat reguliere Nederlandse banken het project niet wilden financieren. Als onderpand moest De Zwanenhof eerst miljoenen in depots van de buitenlandse financieringsmaatschappijen storten. Vervolgens bleven de leningen uit. Het geld was weg. De oud-bestuurders hebben volgens de rechtbank ‘kennelijk in het geheel niet onderzocht’ of een van de grootste investeerders de lening zelf zou verstrekken of slechts als tussenpersoon fungeerde.

De onbehoor­lij­ke taakvul­ling van de bestuur­ders is een belangrij­ke oorzaak van het faillisse­ment

Rechtbank Almelo

Voorschot van 5 miljoen

De rechtbank kwam in deze complexe zaak tot de conclusie dat twee oud-bestuurders van De Zwanenhof hoofdelijk aansprakelijk zijn. Dat betekent dat ze persoonlijk moeten opdraaien voor de financiële gevolgen voor het faillissement. Die financiële gevolgen zijn enorm. De rechter oordeelde namelijk ook dat de oud-bestuurders ‘onrechtmatig tegenover de gezamenlijke schuldeisers in het faillissement hebben gehandeld’. Ze zijn veroordeeld om een voorschot van 5 miljoen euro op het boedeltekort van de curator te betalen.

In gesprek met gemeente Borne

Behalve Bouwbedrijf Bramer uit Vriezenveen zijn ook Het Groenfonds en Exploitatie- en Beheermaatschappij Merwestreek schuldeisers die miljoenen tegoed hebben. De directie van Bramer laat weten dat er gesprekken met de gemeente Borne worden gevoerd over afbouwen van het project. „Daarbij gaan we nog steeds uit van een zorgfunctie.”

 

 
Oud-eigenaar failliete slachterij Weyl uit Enschede opnieuw verdacht van faillissementsfraude
03-03-23
Bron: https://www.tubantia.nl/enschede/oud-eigenaar-failliete-slachterij-weyl-uit-enschede-opnieuw-verdacht-van-faillissementsfraude~a3eada70/

Oud-eigenaar failliete slachterij Weyl uit Enschede opnieuw verdacht van faillissementsfraude

Frank W. is opnieuw verdachte in een fraudeonderzoek. Volgens het Openbaar Ministerie (OM) heeft de voormalige eigenaar van de failliete Enschedese slachterij Weyl zich ook in zijn privéfaillissement schuldig gemaakt aan het wegsluizen van geld.

In 2014 werd W. uit Enschede door het gerechtshof veroordeeld tot twee jaar cel voor grootschalige boekhoudfraude met Weyl Beef Products. Financieel directeur Harro G. uit Hengelo kreeg een jaar cel. De slachterij was in 2001 al technisch failliet, maar bleef dankzij hun fraude tot 2010 op de been. Hierdoor groeide de schuld enorm. Het bedrijf was een van de grootste rundveeslachterijen van Europa. Er werkten 650 mensen in Nederland en 300 in Duitsland. 

Fraude en witwassen

W. en G. werden ook persoonlijk aansprakelijk gesteld voor de schade in het faillissement die richting de 100 miljoen euro liep. Beiden konden dit niet betalen en werden ook persoonlijk failliet verklaard. Ook daar ging Harro G. in de fout. Hij werd in 2018 veroordeeld tot tien maanden cel voor fraude en witwassen. Zijn vrouw kreeg vijf maanden celstraf wegens medeplichtigheid.

De woordvoerder van het Functioneel Parket zegt dat er tegen Frank W. nu eenzelfde aanklacht klaarligt. Het strafrechtelijk onderzoek tegen de voormalige eigenaar is in volle gang. Voormalig curator Eddy Kolkman bevestigt dat hij destijds aangifte had gedaan van fraude in het privéfaillissement van de oud-Enschedeër. „Maar daar heb ik nooit meer iets van gehoord.”

 

 
Witwassende autohandelaar uit Almelo hangt claim van 460.000 euro boven het hoofd
21-02-23
Bron: https://www.tubantia.nl/almelo/witwassende-autohandelaar-uit-almelo-hangt-claim-van-460-000-euro-boven-het-hoofd~a824a81d/

Witwassende autohandelaar uit Almelo hangt claim van 460.000 euro boven het hoofd

De veroordeelde ex-autohandelaar Wiebe van B. uit Almelo hangt een claim van 460.000 euro boven het hoofd. De curator van zijn failliete autobedrijf verwijt hem onbehoorlijk bestuur. In 2020 veroordeelde de rechtbank Van B. voor witwassen van crimineel geld via zijn bedrijf en grootschalige handel in hennep.

Justitie zag in Van B. uit Almelo de spil in een grote Twentse drugsbende, viel in 2016 zijn autobedrijf ANM binnen en nam ruim 120 auto’s en de administratie in beslag. Niet veel later ging het bedrijf failliet en liet meer dan een miljoen euro schuld achter. Curator Eddy Kolkman zag toch een mogelijkheid om geld te halen bij de failliete en veroordeelde auto- en hennephandelaar.

Chaotische boekhouding

Volgens Kolkman verzaakte autohandelaar Van B. zijn administratieplicht en is hij daardoor aansprakelijk voor het faillissement. De boekhouding was een chaos meldde een deskundige. Kolkman vertelde in de rechtbank dat de Almeloër daar al in die jaren geen goede verklaring voor heeft gegeven. Hij eiste dat Van B. opdraait voor de overgebleven 460.000 euro schuld. Kolkman wil 400.000 euro als voorschot om de schuldeisers te betalen.

De curator ontdekte de gaten in de boekhouding nadat hij van het Openbaar Ministerie (OM) een deel van de administratie van het bedrijf had gekregen. In de strafzaak bleek dat het autobedrijf een negatief kassaldo had van meer dan 300.000 euro. Bonnetjes ontbraken. Volgens de rechtbank waste Van B. crimineel geld wit met de aankoop van voertuigen.

Het kan gaan om 10.000 euro per voertuig. Dan komen we in dit faillisse­ment een heel eind

Eddy Kolkman, curator

Kan niet betalen

Van B. verklaarde in de rechtbank dat hij niet verantwoordelijk is voor het faillissement van ANM. Dat kwam door de actie van justitie, waarbij alle auto’s in beslag werden genomen. Dat zijn inkoopadministratie niet klopte kwam ook door de inval. Volgens hem heeft het OM de computer waar alle transacties op staan. Zijn advocaat Alex Prascevic betoogde dat Van B. zulke bedragen niet kan betalen.

Dat ziet Kolkman anders, want volgens hem moet Van B. nog geld ontvangen. Justitie veilde de in beslag genomen 120 auto’s . Omdat daar 100 auto’s op naam van de failliete BV stonden, ging dat bedrag naar de curator. Maar 20 auto’s stonden privé op naam van Van B. „Het kan gaan om 10.000 euro per voertuig. Dan komen we in dit faillissement een heel eind,” zei de curator.

Van B. zei niets te weten van die 20 auto’s, maar hij en zijn advocaat besloten om met de curator te overleggen. Binnenkort laten partijen aan de rechter weten of ze eruit zijn gekomen. Anders volgt een vonnis van de rechtbank.

Verkoop hennep en witwassen

Na een langdurend strafproces veroordeelde de rechtbank in Zwolle Van B.in 2020 tot 34 maanden cel. Volgens de rechtbank leidde de Almeloër de verkoop van partijen hennep aan Duitse klanten. In zijn opslagbox vond de politie meer dan 50 kilo hennep. De rechters concludeerden dat hij via het autobedrijf zeker 300.000 euro aan crimineel geld heeft witgewassen. 

Volgens het OM was Van B. ook de onbetwiste leider van de criminele organisatie. De officier eiste daarom zes jaar celstraf maar de rechtbank vond niet bewezen dat Van B. bij die groepering hoorde, laat staan dat hij er leiding aan gaf. Zowel hij als het OM gingen in hoger beroep en die procedure loopt nog bij het gerechtshof.

Volgens de rechtbank gaf Robin W. uit Vroomshoop wel leiding aan de criminele drugsorganisatie en was hij betrokken bij zeker zes hennepkwekerijen en de export van de hennep. Hij kreeg een celstraf van 39 maanden. Ook in deze zaak gingen beide partijen in hoger beroep. De rechtbank sprak Van B.’s zoon en andere familieleden vrij.

 

 
Twentse boerendochter zou het bedrijf overnemen, maar toen bedachten de ouders zich
15-02-23
Bron: https://www.tubantia.nl/hellendoorn/twentse-boerendochter-zou-het-bedrijf-overnemen-maar-toen-bedachten-de-ouders-zich~aaed1c0b/

Twentse boerendochter zou het bedrijf overnemen, maar toen bedachten de ouders zich

Veertien jaar lang runden ze het boerenbedrijf samen, ouders en hun dochter uit Hellendoorn. Ze woonden op hetzelfde erf, dronken dagelijks koffie met elkaar en leefden in de gedachte dat zij het op termijn over zou nemen. Maar een privékwestie maakte alles anders. Nu zien ze elkaar vooral nog in de rechtbank.

De boerderij is prachtig gelegen, in een rustig stukje Nederland. In de driehoek Lemele, Hellendoorn, Luttenberg. In het coulisselandschap met hier en daar een woonhuis, staat de boerderij van het boerengezin, omgeven door 42 hectare eigen grond. Al jarenlang. De vraag is nu echter: voor hoelang nog?

Tot voor enkele jaren geleden leek dat geen vraagstuk te zijn. In 2007 treedt de dochter van de boer en boerin samen met haar partner toe tot de ‘werkmaatschap’ van het bedrijf, toen nog met melkkoeien, fokzeugen en vleesvarkens. De bedoeling is dat de dochter en haar partner het geheel op termijn volledig gaan overnemen. Zij komen in een van de twee woningen op het erf te wonen en helpen mee, maar blijven daarnaast wel meerdere uren per week ook buiten het bedrijf werkzaam.

Weg van het erf

Wat de precieze achtergrond is, blijft dinsdagmiddag bij de kortgedingrechter in Almelo onduidelijk, maar eind 2020 verandert alles, na een drastisch besluit van de ouders: ze willen toch zelf met de boerderij door. Waarom? Daar wijden beide partijen ook na afloop niet over uit. Feit is dat vanaf dat moment de verhoudingen verslechteren. 

Het gezamenlijk koffiedrinken is voorbij, in twee jaar tijd bouwen beide partijen samen een dossier op van een halve meter dik. Op basis van een uitspraak van een speciale arbitragecommissie in mei 2021 moeten de dochter en haar partner binnen maximaal vier maanden het bedrijf en hun woning verlaten. Sindsdien huren ze 2,5 kilometer verderop een huis.

Maar ook de ouders krijgen een tik over de vingers. Omdat zij hun dochter de mogelijkheid tot het voortzetten van het bedrijf ontnemen, iets waar ze met haar partner dan al wel veertien jaar aan heeft gewerkt, worden de ouders veroordeeld tot het betalen van een bedrag van 300.000 euro. Als voorschot. Dat is inmiddels voldaan; daarvoor deden de ouders begin 2022 het melkvee van de hand en verkochten ze de fosfaatrechten.

Geen handdruk

De definitieve financiële afwikkeling van de maatschap moet nog worden bepaald, de verwachting van Eddy Kolkman, advocaat van de dochter, is dat dit bedrag oploopt tot een miljoen euro. „Maar dat kan nog wel jaren duren.” Hij spreekt van een zaak met alleen maar verliezers.

Bij de kortgedingrechter wilden de ouders afdwingen dat hun dochter zou meewerken aan het verkopen van meerdere hectares grond, waar ze zelf deels eigenaar van is, om zo de schuld bij de Rabobank te voldoen. Maar daar ging de rechter niet in mee. Die wees, nadat ze nogmaals de suggestie tot mediation had gedaan, de familieleden terug naar de arbitragecommissie. „Ik zie de spanningen, maar ik kan de problemen ook niet allemaal voor u oplossen.”

De ouders en de dochter en haar partner verlieten daarna afzonderlijk van elkaar de rechtbank. Ze reden in hun eigen auto naar hetzelfde dorp. Een handdruk kon er zowel vooraf als nadien niet af.

 

 
Twentse riemenfabrikant kan eigen broek niet ophouden en gaat failliet
19-12-22
Bron: https://www.tubantia.nl/almelo/twentse-riemenfabrikant-kan-eigen-broek-niet-ophouden-en-gaat-failliet~a6d21e04/

Twentse riemenfabrikant kan eigen broek niet ophouden en gaat failliet

ALMELO - Leka Ceintuurindustrie in Almelo, producent van riemen voor dames, heren en kinderen, is failliet. Het bedrijf leverde riemen aan modemerken, schoenzaken en (web)winkelketens in Europa.

Dat gebeurde in een atelier aan De Windmolen in Almelo, waar 22 mensen werkten. Die zijn maandag door curator Eddy Kolkman ontslagen. Volgens Kolkman is er in coronatijd een belastingschuld van 2,5 ton ontstaan en bedraagt de totale schuld 9 ton.

Recent geïnvesteerd

Dat komt onder meer doordat er recent is geïnvesteerd in nieuwe machines. Nadat corona achter de rug was nam het aantal orders namelijk sterk toe. Maar in september stokte volgens Kolkman de orderintake. „Toen was er net geïnvesteerd en nieuw personeel aangenomen.’

In 1978 opgericht

Leka Ceintuurindustrie’ontstond in 1978 en werd opgericht door Ben Kamp, die zelf tot voor kort met zijn echtgenote een lederwarenzaak aan de Grotestraat in Almelo dreef. In 2005 droeg Kamp Leka over aan zijn schoonzoon, de huidige eigenaar van Leka.

Bij Kolkman hebben zich drie overnamekandidaten gemeld. „Die hadden voor het faillissement ook al interesse, maar voelden er weinig voor de schulden over te nemen. Ik heb goede hoop op een doorstart.”

 

 
Faillissement voor ambachtelijke ceinturenproducent met roemrijk verleden
19-12-22
Bron: https://www.rtvoost.nl/nieuws/2175551/faillissement-voor-ambachtelijke-ceinturenproducent-met-roemrijk-verledenf

Faillissement voor ambachtelijke ceinturenproducent met roemrijk verleden

Het bedrijf Leka uit Almelo heeft een reputatie als het gaat om het op ambachtelijke wijze vervaardigen van lederen ceinturen. En heeft zo in de loop der jaren een vast klantenbestand opgebouwd. Toch werd het eerder vanmiddag failliet verklaard. Curator Eddy Kolkman gaat op korte termijn in gesprek met mogelijke overnamekandidaten.
Bij Leka worden ceinturen voor dames, heren en kinderen op ambachtelijke wijze geproduceerd. Bij Leka werken ruim twintig mensen. Hen is vanmiddag ontslag aangezegd. 
Leka is van oorsprong circa een eeuw oud en begon ooit als een enkele zadelmaker, die met een hondenkar door Twente langs boeren trok.

Extra investeringen

De problemen ontstonden tijdens de coronacrisis toen de omzet kelderde. In het begin leek het allemaal weer goed te komen toen na de versoepelingen de vraag explosief steeg. Daarop investeerde Leka in extra personeel en machines.
In september dit jaar stokte echter ineens de omzet omdat er amper nog orders binnenkwamen. "De klanten van Leka zaten zelf met voorraden omdat er vanuit de consument ineens veel minder vraag was", aldus curator Eddy Kolkman. 
De directie heeft zelf het faillissement aangevraagd dat rond het middaguur werd uitgesproken.
Al gloort er een sprankje hoop. Volgens curator Kolkman zijn er namelijk meerdere kandidaten in Leka geïnteresseerd. "In de periode voor het faillissement voerde de directie reeds gesprekken met drie partijen. Hoe serieus dat is weet ik niet want ik heb ze zelf nog niet kunnen spreken. Hoe dan ook, ik heb nu zes weken de tijd om een overnamekandidaat te vinden."

Ambachtelijk werk

Ook in tijden van online-winkelen - waarbij vaak vooral goedkope producten uit lagelonenlanden populair zijn bij de consument - lijkt er toch nog een markt voor lederen riemen die op ambachtelijke leest worden gemaakt. "Want het bedrijf heeft een heel mooi klantenbestand."
Onduidelijk is hoeveel van dergelijke bedrijven ons land nog kent. "Maar dat zullen er nooit veel zijn", zegt curator Kolkman. "Het zou dan ook mooi zijn als het lukt een bedrijf als dit te redden."
De totale schuldenlast is voorlopig becijferd op ongeveer negen ton. Daarbij gaat het om zowel de bank, leveranciers als de belastingdienst. 

Hondenkar

De naam Leka staat voor Lederwaren Kamp. Volgens de eigen website gaat het om een familiebedrijf, waarvan de oorsprong terug gaat naar de jaren 20 van de vorige eeuw toen Willem Webbink zadelmaker was in Vriezenveen. 
Webbink maakte met de hand schooltassen en paardentuigen van dierenhuiden. Met een hondenkar trok hij door Twente om bij de boeren paardentuigen te repareren. Na de oorlog, in 1946, begon hij met een lederwaren- en zadelmakerij in Hengelo.

Gesneden en geklopt

Dat bedrijf werd in de jaren 50 overgenomen door Johan Kamp, die zich vooral richtte op het maken van speciale gereedschapstassen voor het bedrijf Holec. Een ambacht waarbij de tassen werden gesneden uit leer, het canvas werd geklopt, met de hand werd gezoomd en de zijkanten met de stikmachine erin werden gezet. Duizenden tassen werden toen in de werkplaats van Kamp Lederwaren met de hand gemaakt en in elkaar gezet.
In 1978 werd een tweede bedrijf opgericht, Leka Ceintuurindustrie, waarbij de ambachtelijke kennis van de voorgaande decennia werd gebruikt voor de productie van lederen ceinturen.
 

 
Rechter bepaalt dat veelbesproken standbeeld Boekelo toch mag worden geveild
1-12-22
Bron: https://www.rtvoost.nl/nieuws/2168888/rechter-bepaalt-dat-veelbesproken-standbeeld-boekelo-toch-mag-worden-geveild

Rechter bepaalt dat veelbesproken standbeeld Boekelo toch mag worden geveild

Het veelbesproken standbeeld in Boekelo mag worden geveild. Hoteleigenaar Guus Brandriet hoeft het kunstwerk niet af te geven aan de gemeente Enschede. Dat heeft de kortgedingrechter vanmiddag bepaald. De gemeente Enschede had een rechtszaak aangespannen, waarin het eiste dat de sculptuur terug zou gaan naar Boekelo. De gemeente claimde dat het beeld in 1968 cadeau was gedaan aan de dorpsgemeenschap en daarom tot immaterieel erfgoed behoorde. De rechter oordeelt echter dat Brandriet door aankoop van het hotel met omliggend perceel intussen de rechtmatige eigenaar van het beeld is.
In deze zaak draait het allemaal om de sculptuur Le Grand Couple van de Franse beeldhouwer Henri Étienne-Martin. Het beeld werd indertijd door de Koninklijke Nederlandsche Zoutindustrie (KNZ) cadeau gedaan aan de dorpsgemeenschap Boekelo, ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de KNZ.

Anderhalve ton waard

Jarenlang stond het voor de ingang van het hotel en keek er amper iemand naar om. Totdat Henk Dekker, bewoner van een appartement in het hotel, bij toeval ontdekte dat een identiek exemplaar tijdens een veiling bij Christie's in Parijs anderhalve ton had opgebracht.
Toen hoteleigenaar Brandriet dit ter ore kwam, liet hij het standbeeld uitgraven en overbrengen naar Parijs om het onder de hamer te laten brengen. Voor de Dorpsraad Boekelo aanleiding om alarm te slaan bij de gemeente Enschede. 
De dorpsraad stelt dat het standbeeld aan de lokale gemeenschap cadeau is gedaan en dat het daarom daar thuis hoort. "Het staat symbool voor de link die Boekelo van oudsher met zout heeft", aldus dorpsraadvoorzitter André de Boer eerder tegenover RTV Oost.

Voor rechter gesleept

Zoals gemeld sleepte de gemeente Enschede vervolgens de hoteleigenaar voor de rechter en eiste in kort geding het beeld terug. Dit op straffe van een dwangsom van 25.000 euro per dag tot een maximum van 750.000 euro.
De hoteleigenaar liet echter bij monde van zijn advocaat Eddy Kolkman optekenen dat hij in 2004 niet alleen het hotel, maar ook het omliggende perceel met daarop het standbeeld heeft gekocht. Bovendien is de schenking van het bedrijf aan de dorpsgemeenschap Boekelo nooit officieel op schrift vastgelegd.
De kortgedingrechter opperde nog dat beide partijen tussentijds tot een oplossing moesten zien te komen, maar omdat dat niets opleverde wees hij vanmiddag alsnog vonnis.

Rechtmatig eigenaar geworden

Daarin oordeelt de kortgedingrechter dat Brandriet "voldoende aannemelijk heeft kunnen maken dat hij eigenaar is van het beeldhouwwerk". Onder meer vanwege de manier waarop het object 'duurzaam met de grond was verenigd' - zoals dat juridisch heet - maar ook omdat de hoteleigenaar door verjaring intussen rechtmatig eigenaar is geworden. Wanneer er sprake was van een 'roerend goed' had de gemeente namelijk binnen drie jaar moeten reclameren.
Daarmee heeft Brandriet "te goeder trouw" gehandeld, zo meldt de rechter in zijn vonnis.
De rechter gaat nog een stap verder door te stellen dat dit ook de uitkomst zal zijn wanneer de civiele kwestie in een zogenoemde bodemprocedure juridisch zou worden uitgevochten. Hij wijst dan ook de vordering van de gemeente Enschede af dat Brandriet het kunstwerk af zou moeten geven.
Hoteleigenaar Brandriet laat overigens desgevraagd weten dat hij de afgelopen twee weken niets meer van de gemeente heeft gehoord ten aanzien van een schikkingsvoorstel, waar de kortgedingrechter nog op heeft aangestuurd.

Reactie dorpsraad

André de Boer van de Dorpsraad Boekelo reageert teleurgesteld op het vonnis: "Vooral omdat wij vinden dat het kunstwerk onder roerend goed in plaats van onroerend goed valt. Het is immers ook verplaatst. Helaas denkt de rechter daar anders over. Ik ga ervan uit dat de advocaten nu in overleg gaan met de gemeente of er nog juridische mogelijkheden zijn. Normaal gesproken zou een bodemprocedure voor de hand liggen, maar de rechter heeft ook al min of meer gezegd wat daarvan de uitkomst zal zijn. We vinden dit ronduit teleurstellend. We blijven erbij dat wat ons betreft dit standbeeld bij Boekelo hoort."

Beeld alsnog geveild

Zoals gemeld had Christie's het standbeeld in de tussentijd van de veiling teruggehaald in afwachting van het vonnis. "Onder geen enkel beding zou Christie's een werk veilen waarvan niet duidelijk is wie de eigenaar is", liet woordvoerder Alexandre Pauvert desgevraagd tegenover RTV Oost weten.
Nu hier duidelijkheid over bestaat, kan volgens hoteleigenaar Brandriet wat hem betreft de veiling alsnog doorgaan: "Al ga ik ervan uit dat het wel komend voorjaar zal worden."
De gemeente Enschede heeft vier weken de tijd om in hoger beroep te gaan.
 

 
Enschede denkt eigenaar te zijn van kunstwerk, maar dat is al onderweg naar Parijs
18-11-22
Bron: https://www.tubantia.nl/enschede/enschede-denkt-eigenaar-te-zijn-van-kunstwerk-maar-dat-is-al-onderweg-naar-parijs~a45d96a4/

Enschede denkt eigenaar te zijn van kunstwerk, maar dat is al onderweg naar Parijs

BOEKELO - De deurwaarder die beslag kwam leggen, ging onverrichter zake terug naar kantoor. Het beeld waarvan de gemeente Enschede eigenaar denkt te zijn, was al onderweg naar de veiling in Parijs. De rechter moet nu op het laatste moment voorkomen dat de sculptuur, die 54 jaar bij Hotel Bad Boekelo stond, in Frankrijk wordt geveild.

Markeloër Guus Brandriet, eigenaar van het vastgoed van Hotel Bad Boekelo, wist niet eens dat het beeld er al sinds 1968 stond. Tot Henk Dekker, voorzitter van de vereniging van eigenaren van de vakantieappartementen bij het hotel, Brandriet erop attendeerde. De sculptuur bij het hotel is een schepping van de Franse kunstenaar Henri Étienne-Martin, vertelde Dekker. Een soortgelijk exemplaar had in 2020 op een veiling bij Christies in Parijs 150.000 euro opgebracht.

Le Grand Couple

Dekker heeft een studie gemaakt van het leven van de kunstenaar en de historie van het beeld. Het kunstwerk is in 1968 bij het hotel geplaatst als cadeau van de Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie aan de Boekelose gemeenschap. Le Grand Couple, zoals het heet, verbeeldt de verbondenheid van de zoutindustrie met Boekelo, het dorp waar in 1918 het eerste zout werd gewonnen.

In 1968 aangeboden

De aanbieding van het kunstwerk in 1968 was een heel spektakel met de aanwezigheid van de burgemeesters van Enschede en Hengelo, de KNZ-directie en andere hoogwaardigheidsbekleders. Bezoekers van het in 1934 geopende golfslagbad wandelden er langs, maar na de sluiting van het zwembad in 1988 raakte de sculptuur letterlijk wat buiten beeld.

Kraanwagen

Toen Guus Brandriet hoorde dat het kunstwerk mogelijk veel geld waard is, was zijn besluit snel genomen. Eind augustus dit jaar verschenen een kraanwagen en verhuizers bij het hotel en het 500 kilo wegende gevaarte werd opgetakeld en naar Parijs vervoerd.

Doprsraad sloeg alarm

Voor de dorpsraad Boekelo was dat het sein alarm te slaan. Want Brandriet is volgens de raad van plan iets te verkopen wat hem helemaal niet toebehoort. Het beeld was immers geschonken aan de dorpsgemeenschap van Boekelo. Brandriet denkt daar heel anders over. Hij werd in 2004 via zijn vennootschap en in 2011 privé-eigenaar van het hotel en omliggende gronden. Daar hoort het kunstwerk ook bij, vindt hij.

Geen akte van schenking

Bijna twee uur lang werd donderdag in een kort geding bij de rechtbank Almelo gesteggeld over de vraag wie eigenaar is van de sculptuur. Advocaat Eddy Kolkman betoogde namens Brandriet dat het kunstwerk ‘duurzaam met de grond was verenigd’, dat er ‘geen notariële akte van schenking is’, dat het toenmalige college van b en w van Enschede ook nooit ‘een besluit van aanvaarding van de schenking’ heeft genomen en dat de sculptuur ‘op geen enkele activastaat van de gemeente als bezit wordt vermeld.’

Dwangsom

De advocaten Jan Schutrups en collega Van Dreumel betoogden namens de gemeente, dat Enschede bij navolging eigenaar is geworden van het kunstwerk. De sculptuur was volgens hen bovendien ‘niet constructief met het perceel verenigd’, maar stond ‘vrij’ op de ondergrond. Daarom mag Brandriet het niet laten veilen en eist Enschede het beeld terug op straffe van verbeurte van een dwangsom van 25.000 euro per dag.

Terughalen kan niet meer

Terughalen uit Parijs kan volgens Kolkman echter niet meer. „Er is een contract met het veilinghuis en de online veiling begint 23 november al en duurt tot 6 december. Als de gemeente het absoluut wil hebben, moet ze de sculptuur maar op de veiling kopen en de koopsom in een bodemprocedure op Brandriet proberen te verhalen.”

Rechter Ted Thurlings-Rassa doet 1 december uitspraak.

 

 
Vergeten standbeeld blijkt 1,5 ton waard: rechter moet oordelen wie eigenaar is
17-11-22
Bron: https://www.rtvoost.nl/nieuws/2164591/vergeten-standbeeld-blijkt-1-5-ton-waard-rechter-moet-oordelen-wie-eigenaar-is

Vergeten standbeeld blijkt 1,5 ton waard: rechter moet oordelen wie eigenaar is

Eigenlijk was het standbeeld al min of meer vergeten. Het stond decennialang in een uithoekje voor de ingang van hotel Bad Boekelo en keek vrijwel niemand er naar om. Totdat een identiek exemplaar in Parijs 1,5 ton opleverde. De huidige hoteleigenaar wil de sculptuur eveneens onder de hamer brengen, maar de gemeente Enschede stapt nu naar de rechter in een ultieme poging dit te voorkomen.
De kortgedingrechter vindt het zichtbaar een juridisch interessante casus. Fijntjes schetst hij beide partijen een voorbeeld. Hoe zit het als iemand een huis met vijver en fontein verkoopt en die persoon klopt twintig jaar later bij de koper aan dat-ie toch wel gehecht is aan die fontein, moet de koper die fontein dan teruggeven? 

Appels met peren

De gemeente Enschede vindt van wel: omdat het een cadeau was voor het dorp Boekelo, dat valt onder Enschede. Al vindt de gemeente dat de vergelijking zoals de rechter die maakt, mank gaat; appels met peren zeg maar.
Hoteleigenaar Guus Brandriet denkt er vanzelfsprekend heel anders over. Hij heeft het beeld in 2004 tegelijk met het hotel en de omliggende grond gekocht en vindt zichzelf daarmee de rechtmatige eigenaar. En is daarmee dus in de positie dat hij het standbeeld mag verkopen.
Sterker, hij heeft het sculptuur al laten uitgraven en over laten brengen naar Parijs, waar kandidaten van 23 november tot 6 december de tijd krijgen om als hoogste bieder de nieuwe eigenaar te worden.

Beeld met historie

Wat beide partijen niet betwisten, is dat het een sculptuur is met een geschiedenis. Het was juni 1968 dat Le Grand Couple van de Franse beeldhouwer Henri Étienne-Martin op de huidige plek met veel ceremonieel vertoon werd onthuld. Een geschenk van de Koninklijke Nederlandsche Zoutindustrie (KNZ) aan de dorpsgemeenschap Boekelo. Ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de KNZ.
Dat gebeurde onder de goedkeurende blikken van tal van hoogwaardigheidsbekleders, onder wie de burgemeesters van Enschede en Hengelo. Jarenlang diende het huidige hotel als golfslagbad en kuuroord, maar de laatste decennia is het een hotel met een appartementencomplex.
Het is Henk Dekker, eigenaar van een van de appartementen, die er - in al zijn onschuld overigens - verantwoordelijk voor is dat beide partijen deze donderdag in de rechtszaal lijnrecht tegenover elkaar staan.

Onder de hamer

Nadat de kunstliefhebber in een beeldentuin in Zwitserland bij toeval op een beeld stuitte van de Franse kunstenaar Martin legde hij meteen de link met 'zijn' Boekelo en dook in de geschiedenis. "Het heeft me heel wat uurtjes gekost", zegt hij in de wandelgangen van de rechtbank. Maar uiteindelijk weet Dekker te achterhalen dat het Boekelose object deel uitmaakt van een serie van zes sculpturen.
En belangrijker, zo traceert hij: een van deze exemplaren is in oktober 2020 bij het gerenommeerde veilinghuis Christie's in Parijs geveild. Waar de opbrengst werd geschat op 30 tot 40 mille loopt de teller uiteindelijk op tot 150.000 euro.

Lyrisch

Henk Dekker is lyrisch over zijn ontdekking. "Ik vind het een prachtig beeld. Heb het talloze keren gefotografeerd. In de zomer, in de winter." Zijn foto's en het hele verhaal bundelt hij in een brochure en deelt die enthousiast uit. Niet alleen aan de Dorpsraad Boekelo, maar ook aan hoteleigenaar Guus Brandriet, een goede bekende van hem.
Als Brandriet juli dit jaar in het boekwerkje leest over de veiling en de opbrengst, onderneemt hij actie. Vooral ook omdat in Boekelo zich eigenlijk maar weinigen om het kunstwerk lijken te bekommeren. Het staat ver van de openbare weg en slechts een enkeling kent het.
Als de dorpsraad dit ter ore komt, slaat ze alarm bij de gemeente Enschede. "Het is immers een cadeau aan ons als gemeenschap. Aan de arbeiders die hebben meegewerkt aan het dorp Boekelo zoals het nu is", zegt André de Boer, voorzitter van de dorpsraad. "Het staat symbool voor de link die Boekelo van oudsher met zout heeft. Daarmee behoort dit beeld tot ons immaterieel erfgoed." 

Eens gegeven...

Dat veel Boekeloërs het niet eens kennen, doet daaraan geen afbreuk. Ook wat de gemeente Enschede betreft niet. "De gemeente draagt kunst en cultuur hoog in het vaandel. En daar behoort ook zeker dit toe", zegt advocaat Jan Schutrups. Bovendien was het een geschenk en eens gegeven, blijft gegeven, zo luidt de strekking.
Daarbovenop: juridisch gezien is het beeld ook nog eens 'roerend goed'. Met andere woorden het is verplaatsbaar en valt zodoende niet onder het onroerend goed, zoals het ooit is gekocht.
Daar denkt hoteleigenaar Guus Brandriet heel anders over. Los van het feit dat slechts een enkeling oog had voor het kunstwerk, hij kocht het hotel destijds met grond met daarop ook het kunstwerk. En dat was verre van mobiel. Er was zelfs een halve beeldenstorm voor nodig om het van z'n plek te krijgen.
Drie ingehuurde krachten werkten zich urenlang in het zweet om niet alleen het 500 kilo zware beeld, maar ook de sokkel en het betonblok waarop alles was verankerd, uit te graven. "Het was duurzaam in de grond vereeuwigd", bepleit advocaat Eddy Kolkman, die de rechter een heel scala aan wetsartikelen voorhoudt op grond waarvan hij meent dat de hoteleigenaar de rechtmatige eigenaar is van het kunstwerk. 

Te goeder trouw

En zijn cliënt heeft ter goeder trouw gehandeld, benadrukt hij nog eens. Bovendien meent de raadsman dat een dergelijk juridisch vraagstuk niet zomaar in een kort geding kan worden afgehandeld. Dat zou eigenlijk in een bodemprocedure moeten. 
De gemeente Enschede meent de eigenaar te zijn en eist in het kort geding dat de hoteleigenaar het kunstwerk terughaalt. Op straffe van een dwangsom van 25.000 euro per dag tot een maximum van 750.000 euro. Maar terughalen uit Parijs is simpelweg onmogelijk, stelt advocaat Kolkman. "Er ligt immers een veilingcontract."
De kortgedingrechter doet nog een poging en stuurt beide partijen de gang op met de boodschap te proberen het onderling eens te worden. Advocaat Schutrups zegt dat hij nu op korte termijn met de verantwoordelijk wethouder rond de tafel gaat om na te gaan of er toch nog wat te schikken valt. Lukt dat niet, dan wijst de rechter op 1 december vonnis.
Kunstliefhebber Henk Dekker ziet het allemaal met lede ogen aan. En hij was was nog wel zo enthousiast over zijn ontdekking van dit verborgen pareltje. "Dat het dan op zo'n manier eindigt, daar baal ik van."

 

 
Almelo vraagt faillissement Oldenzaalse ontwikkelaar van futuristisch hotelplan aan
08-09-22
Bron: https://www.tubantia.nl/oldenzaal/almelo-vraagt-faillissement-oldenzaalse-ontwikkelaar-van-futuristisch-hotelplan-aan~ae869925/

Almelo vraagt faillissement Oldenzaalse ontwikkelaar van futuristisch hotelplan aan 

ALMELO - Vastgoedontwikkelaar Prosyn uit Oldenzaal is failliet verklaard. De gemeente Almelo, die nog bijna een miljoen euro tegoed meent te hebben van Prosyn, vroeg het bankroet aan. Prosyn gaat bij het gerechtshof in verzet tegen het faillissement.

Almelo verscheurde in 2017 de overeenkomst met Prosyn over het bouwproject Almelo Nouveau. Daarmee leek er een definitief einde te komen aan het futuristische plan voor aan de Nijreessingel. Tussen 2008 en 2013 lag het project op de tekentafel. De laatste plaatjes dateren uit 2011. De ene impressie was nog fraaier dan de andere. Maar het hotel, de outletstore en het wijkwinkelcentrum kwamen er niet. Jarenlang gesteggel tussen de Oldenzaalse projectontwikkelaar en de gemeente Almelo leverde uiteindelijk niets op.

Kort geding

Almelo spande vorig jaar een kort geding aan tegen Prosyn van ondernemer John Nijhuis uit De Lutte, omdat Nijhuis beslag had laten leggen op bouwgrond bij het Weggeler aan de Nijreessingel. Op dat stuk had Almelo Nouveau moeten komen. Nijhuis moest het beslag deels opheffen.

Rekeningen niet betaald

Volgens Almelo kwam Prosyn de al in 2007 gemaakte afspraken zelden na en reageerde de projectontwikkelaar niet op rekeningen die de gemeente stuurde voor de grondexploitatie. Nijhuis volhardt volgens curator Eddy Kolkman echter in zijn plannen het project te willen realiseren. Vandaar het beroep tegen het faillissement én tegen de uitspraak van de bodemprocedure dat Prosyn de rekeningen van de gemeente Almelo - ruim negen ton - moet betalen. Volgens de vastgoedontwikkelaar was het de gemeente die nooit in gesprek wilde en die Prosyn telkens terugstuurde naar de tekentafel om de plannen voor Almelo Nouveau aan te passen. 

Persoonlijk failliet

John Nijhuis, tevens oud-eigenaar van De Hakenberg Assurantiën in Oldenzaal, werd onlangs na een langslepend conflict met de Rabobank ook al persoonlijk failliet verklaard. Curator Kolkman: „Voorlopig doe ik slechts het hoogst noodzakelijke. Ik moet eerst het hoger beroep tegen het faillissement afwachten.”

 

 
Huisuitzetting dreigt voor Enschedees gezin na faillissement Actueel Zorg
9-2-22
Bron: https://www.rtvoost.nl/nieuws/2060139/huisuitzetting-dreigt-voor-enschedees-gezin-na-faillissement-actueel-zorg

Huisuitzetting dreigt voor Enschedees gezin na faillissement Actueel Zorg

Het faillissement van zorgbureau Actueel Zorg Twente, nu drie jaar geleden, dreigt voor Enschedeër Ayhan Gök en zijn gezin uit te monden in een drama. Het huis dat ze huren, was eigendom van de directrice van het zorgbureau en behoort nu tot de failliete boedel.

Curator Kolkman zette het te koop. Ayhan Gök deed een bod en dat werd geaccepteerd. Toch dreigt het gezin over een paar dagen uit het huis te worden gezet. Volgens hun advocaat Jan Schutrups door een inhalige curator. Morgen dient een kort geding.
Het faillissement van het commerciële bureau Actueel Zorg Twente in december 2019 gaat niet onopgemerkt voorbij in de regio. Het begint allemaal met een inval door de politie bij de zorgaanbieder. Dat gebeurde destijds in het kader van de 'week van de ondermijning', waarbij onder meer bedrijven werden doorgelicht waarvan werd vermoed dat ze zich zouden bezighouden met dubieuze praktijken. Vrij snel na de politie-inval ging het zorgbureau op de fles.
De afwikkeling van het faillissement kent zijn weerga niet. Zo wordt de directrice bijna een half jaar lang gegijzeld, omdat ze de curator niet kon vertellen waarom ze in totaal 1,3 miljoen euro van de bedrijfsrekening had opgenomen voor privédoeleinden. Begin mei vorig jaar kwam de vrouw weer op vrije voeten.

Al die tijd woont Ayhan Gök met zijn gezin in de woning aan de Keteldiepstraat in Enschede. De huur wordt netjes elke maand betaald. Na het faillissement van het zorgbureau int de curator dit. "Ik betaal hem al meer dan een jaar en bij elkaar is dat ruim veertienduizend euro. Hier wordt geen hypotheek van afgelost, want de echtgenoot van de failliete directrice betaalt gewoon de hypotheek. Dus er is ook geen extra schuld", zegt Ayhan.
Het faillissement van Actueel Zorg en de afwikkeling daarvan, gaat verder volledig voorbij aan Ayhan Gök en zijn gezin. Het enige verschil is dat de huur wordt overgemaakt op een andere rekening. Het gezin woont in volle tevredenheid aan de Keteldiepstraat in hun huis dat voldoet aan hun wensen. Ayhan en zijn vrouw hebben drie kinderen, van wie er twee een broze gezondheid hebben. Het gezin moet daarom geregeld naar het ziekenhuis. "We hebben al meer dan veertig ziekenhuisbezoeken gehad, door de zware astma van één van mijn autistische kinderen." Een goed huis is belangrijk voor hen. 

Executieverkoop

In juli van het vorige jaar ontvangt het gezin een bericht dat alles op zijn kop zet. ABN Amro, de bank bij wie de failliete directrice en haar man een hypotheek hadden, wil de woning verkopen; uiterlijk op 2 november 2021 moet het gezin het huis uit zijn. De paniek slaat toe bij Ayhan. Waarom moeten ze halsoverkop het huis uit en waar moeten ze naartoe? 
In zijn zoektocht naar een ander huis, zoekt hij contact met verschillende woningcorporaties. Telkens krijgt hij nul op rekest: 'Wij kunnen je helaas geen geschikte woning bieden', luidt steeds de boodschap. "Wij hebben op elke woning gereageerd", zegt Ayhan. "Zelfs op huizen die voor onze kinderen niet geschikt zijn, maar we komen er niet tussen."

Bank accepteert bod

Als laatste redmiddel om de dreigende ontruiming te voorkomen, probeert de Enschedeër het huis te kopen. Hij doet de bank (ABN Amro, red.) enkele weken voor de ontruimingsdatum een bod van 174 duizend euro. Het geluk lijkt het gezin eindelijk toe te lachen. De bank accepteert het bod en is ook bereid om Ayhan een hypotheek te verstrekken.
Na een donkere periode, schijnt ineens de zon voor het gezin Gök. Maar al snel verschijnen weer donkere wolken. De curator werkt niet mee aan de verkoop. Hij denkt dat het huis meer waard is dan 174 duizend euro. Hij wil het huis via een openbare veiling verkopen, om op die manier zoveel mogelijk geld binnen te halen.

Het gezin Gök is ten einde raad en neemt advocaat Jan Schutrups in de arm. Vanwege de in zijn ogen onrechtvaardige behandeling, staat hij het gezin belangeloos bij. Schutrups plaatst direct kanttekeningen bij de openbare veiling zoals de curator die wil. "Een eventuele hogere opbrengst voor de woning, is enkel goed voor de portemonnee van de curator. De schuldeisers hebben er niets aan." In een mail aan de curator verzoekt Schutrups de woning te verkopen aan zijn cliënten. Die vraag legt de curator naast zich neer. 
Het is inmiddels eind oktober 2021 en de datum van de ontruiming nadert. Advocaat Schutrups zoekt contact met de rechter-commissaris, aan wie hij de situatie van het gezin uitlegt. Ook wijst hij de rechter-commissaris erop dat het niet valt uit te leggen dat een kwetsbaar gezin op straat komt te staan, omdat de curator weigert in te stemmen met de verkoop van de woning.

Koop in kannen en kruiken?

Het contact met de rechter-commissaris leidt tot een reactie. Nog dezelfde dag bellen de curator en advocaat Schutrups met elkaar. Ze bereiken zelfs een akkoord. Gök mag het huis kopen voor 182 duizend euro. De bank geeft ook groen licht. Ruim twee weken later zijn de ‘papieren’ in orde en lijkt de koop - opnieuw- in kannen en kruiken. 
Toch loopt het wederom anders. Schutrups: "Ditmaal liet de curator weten dat de echtgenoot van de failliete directrice het huis niet meer wilde verkopen. Dat is raar, want tegen mijn cliënt zou hij hebben gezegd dat hij akkoord was met de verkoop."
Als het jaar 2021 bijna ten einde is, meldt de curator dat de familie Gök het huis vóór 24 februari 2022 moet hebben verlaten. De druk op het gezin wordt nog groter als de bank ongeduldig wordt en besluit de executieverkoop weer op te starten. Er ligt dan een bod van 190 duizend euro bij de bank van een derde partij. 

Vijfhonderd euro meer

In een uiterste poging het huis te kunnen kopen, biedt Ayhan Gök vijfhonderd euro meer. 190.500 euro is het maximale bedrag waarvoor hij een hypotheek kan krijgen. De bank blijft echter ook in onderhandeling met de andere partij. Het huis staat sinds enkele weken ook op een veilingsite. Terwijl het gezin Gök ten einde raad is, staan er vreemden aan de voordeur die vragen of ze het huis kunnen bezichtigen. De bank komt met een nieuwe ontruimingsdatum: op 15 februari 2022 om 11.00 uur moet het gezin eruit zijn.

Kort geding

Morgen dient een kort geding waarin advocaat Schutrups eist dat het huis aan zijn cliënt wordt verkocht en dat er een streep wordt gezet door de ontruiming.
 

 
Man bouwt huis in Overdinkel niet af, gemeente Losser wil het nu slopen, op zijn kosten
15-01-22
Bron: https://www.tubantia.nl/losser/man-bouwt-huis-in-overdinkel-niet-af-gemeente-losser-wil-het-nu-slopen-op-zijn-kosten~a252bfbe/

Man bouwt huis in Overdinkel niet af, gemeente Losser wil het nu slopen, op zijn kosten

Aan de Heideveldweg in Overdinkel staat een woning die al bijna 25  jaar in aanbouw is. De gemeente Losser is het beu en start een procedure: om het huis te slopen. Op kosten van de eigenaar. „We zijn het zat!” zegt wethouder Jaimi van Essen.

De Heideveldweg is zo’n rustige straat waarvan er velen zijn. Wie vanaf de Hoofdstraat de weg inrijdt ziet links keurige bungalows op ruime en goed onderhouden kavels. Rechts  is de ‘tuin’ van tuincentrum Wolters. Misschien niet het mooiste uitzicht, maar in elk geval rustig. Een straat waar mensen zich om elkaar bekommeren, waar de voortuinen en huizen netjes zijn. Typisch zo’n buurtje waar je wilt wonen.

Onkruid

Nou ja, netjes. Op één huis na dan, want halverwege de straat staat een half afgebouwde woning. De voortuin is afgezet met bouwhekken. Daarachter staat het onkruid hoog. Het halve huis zelf is een krot. Je kijkt zo op de pannenlatten waarvan er velen al rotten. Hetzelfde geldt voor het dak waar al verschillende dakpannen weg zijn. Regen heeft vrij spel.

Voortvarend

De kavel is in 1998 verkocht aan de huidige eigenaar. De wijk was toen nog in aanbouw. „De eigenaar begon toen ook voortvarend met de bouw”, zegt een buurtbewoner. „Het contact was goed, we hebben zelfs nog een keer samen soep gegeten. Bij zo’n gelegenheid vertelde hij dat hij rond Kerstmis klaar wilde zijn. Maar hij noemde er geen jaartal bij...”

Het bleek het begin van een gebed zonder eind. De eigenaar is verschillende keren opnieuw begonnen, onder meer om de bouwvergunning geldig te houden, want die schrijft voor dat iemand binnen een bepaalde periode moet beginnen. 

Bouwvakker

„We zagen natuurlijk wel dat het niet ging zoals hij wilde”, zegt de omwonende. „Hij is geen bouwvakker, maar dacht wel z’n eigen huis te kunnen bouwen. Dat heeft hij volgens mij schromelijk onderschat. Een andere buurman heeft hem zelfs nog geholpen met het dak. Toen dat er eenmaal op zat was de eigenaar toch niet tevreden en heeft het hele dak er weer afgehaald.”

Aankomen

De buren zagen vervolgens de problemen aankomen. Een buur: „Op een gegeven moment, en dat was vrij snel na het begin, lagen de werkzaamheden stil. En dat is eigenlijk het verhaal van de woning. Om de bouwvergunning niet kwijt te raken begint de man met de werkzaamheden, maar vrij snel daarna gebeurt er niets meer. En het gevolg is dat wij al heel lang tegen een bouwval aankijken.”

"De eigenaar had de afgelopen jaren te maken met tegensla­gen, zowel privé als zakelijk"

Eddy Kolkman, advocaat

De woning is eigendom van een inwoner van Hengelo. Zijn advocaat Eddy Kolkman laat namens de eigenaar weten dat een combinatie van factoren er de oorzaak van is dat de woning nog steeds niet is afgebouwd. „Meneer is van oorsprong geen bouwvakker en wil de woning wel zelf bouwen”, zegt hij. „Dat kost nu eenmaal veel tijd. Ook heeft hij de afgelopen jaren te maken gehad met tegenslagen op zowel privé als zakelijk gebied. Daardoor was hij ook niet in staat om verder te gaan met de bouw. En het klopt dat hij een deel van de nieuwbouw weer heeft laten afbreken, omdat hij niet tevreden was.”

Bedoeling

Volgens Kolkman is het de stellige bedoeling van zijn cliënt de woning af te bouwen. Sterker nog, volgens de advocaat gebeurt dat binnenkort ook. De raadsman: „We sloten in het najaar een contract met een architect en aannemer. Die bouwen de woning verder af, zo is afgesproken.”

Bij de gemeente Losser geloven ze daar echter niets van. Wethouder Jaimi van Essen: „Het klopt dat we in het najaar zijn benaderd door de eigenaar met de mededeling dat hij het huis wilde laten afbouwen door een aannemer. We hebben hem daarop nogmaals respijt gegeven, tot het nieuwe jaar. We hebben nu echter geconstateerd dat er nog steeds niets is gebeurd. We hebben daarom besloten de bouwvergunning in te trekken, zodat er ook niets meer mag gebeuren. Ook passen we bestuursdwang toe. Dat betekent dat we voornemens zijn de woning op kosten van de eigenaar te laten slopen. Een heel zwaar middel ja, maar we zijn als gemeente klaar met dit dossier. We hebben steeds mededogen gehad met de man, we zijn hem op alle manieren tegemoet gekomen, maar nu is ons geduld op. Mede omdat we het niet meer vinden kunnen, voor de buurt.”

Sloop

Wanneer het halve huis plat gaat is nog niet bekend. De procedure is volgens Van Essen gestart en dat betekent dat de man daar weer bezwaar tegen kan aantekenen. De wethouder: „Doet hij dat niet, dan kan het snel gaan. Anders verwacht ik dat we ongeveer een half jaar nodig hebben om de procedure af te ronden. En dan willen we ook echt overgaan tot sloop.”

"Slopen is een zwaar middel ja, maar we zijn als gemeente klaar met dit dossier"

Jaimi van Essen, wethouder
 

 
Doorstart failliet Bauhuis in Goor, afgewezen bieder Van Merksteijn is boos
16-12-21
Bron: https://www.tubantia.nl/hof-van-twente/doorstart-failliet-bauhuis-in-goor-afgewezen-bieder-van-merksteijn-is-boos~a71cc6df/

Doorstart failliet Bauhuis in Goor, afgewezen bieder Van Merksteijn is boos

GOOR - De failliete Bauhuis Group in Goor wordt overgenomen door HTM Technologies in Hengelo, onderdeel van de PM Group in Dedemsvaart.

Bauhuis bouwt machines voor het coaten van olie- en gasleidingen. Door de malaise in de olie- en gaswinning is daar minder vraag naar. De overnemende partij wil 40 van de 55 werknemers van Bauhuis in dienst houden. De PM Group uit Dedemsvaart bestaat uit acht bedrijven die actief zijn in machinebouw en metaalbewerking.

Goed voor de continuïteit

Curator Eddy Kolkman ontving dertien biedingen van overnamekandidaten. Drie daarvan lagen er dicht bij elkaar. De keuze viel op HTM Technologies, omdat dit bedrijf volgens Kolkman niet alleen een goed bod uitbracht, maar ook voor de toekomst continuïteit lijkt te kunnen bieden. „De totale PM Group is een stevige bedrijf met ruim 400 personeelsleden. Er is sprake van kruisbestuiving tussen de verschillende zusterbedrijven.”

Van Merksteijn

Er was een schuld van meer dan 4,5 miljoen euro. De Hengelose zakenman Koos van Merksteijn had kort voor het faillissement de positie van de bank - ABN Amro - overgenomen en is hypotheekhouder voor 3,5 miljoen. Hij krijgt zijn geld volgens Kolkman terug. De belastingdienst heeft nog ruim een miljoen euro tegoed.

‘Spelletje gespeeld’

Van Merksteijn bracht zelf ook een bod uit op het failliete bedrijf, maar de keuze viel niet op hem. De zakenman is hierover verbolgen en zegt dat er ‘een spelletje is gespeeld’. Hij kondigt aan bij de rechter-commissaris bezwaar te maken tegen de overname door HTM Technologies. „Een groot gedeelte van de grond onder de bedrijfshal is nog van mij en met mij is hierover nog niets geregeld. Dit krijgt nog wel een staartje.”

In de wielen gereden

Van Merksteijn wilde bij Bauhuis de machines laten bouwen waarmee hij bomen wil verpulveren om de houtpulp daarna in te graven. Hij wil zo de C02-uitstoot terugbrengen en deed zijn plan onlangs in De Twentsche Courant Tubantia uitgebreid uit de doeken. De verkoop van Bauhuis aan HTM Technologies rijdt dit ambitieuze project in de wielen. 

De ondernemingsraad van HTM Technologies moet nog akkoord gaan met de overname. Dat gebeurt waarschijnlijk vrijdag.

 

 
Malaise in olie- en gassector kost Bauhuis Goor de kop: failliet en 55 man op straat
30-11-21
Bron: https://www.tubantia.nl/hof-van-twente/malaise-in-olie-en-gassector-kost-bauhuis-goor-de-kop-failliet-en-55-man-op-straat~a28efaa9/

Malaise in olie- en gassector kost Bauhuis Goor de kop: failliet en 55 man op straat

GOOR - De Bauhuis Group in Goor en zeven zusterbedrijven zijn failliet. Bauhuis is gespecialiseerd in het maken van machines voor het coaten van olie- en gasleidingen.

De olie- en gasprijzen zijn momenteel torenhoog. Toch investeren de producenten van olie en gas sinds 2018 nog maar mondjesmaat. En dat doet zich in Goor voelen. „Bauhuis heeft een gigantische offerteportefeuille, maar te weinig werk”, aldus curator Eddy Kolkman. „En de sector gaat het in de toekomst nog moeilijker krijgen, omdat de Nederlandse overheid stopt met het geven van kredietgaranties op projecten in fossiele brandstoffen.”

Zelf al gereorganiseerd

Machinefabriek Bauhuis bestaat sinds 1974. Er werken nog 55 mensen bij het familiebedrijf. Dat waren er twee jaar geleden nog 75, maar de directie had al gereorganiseerd. Met de machines die in Goor worden gebouwd kunnen pijpen tot een diameter van 3 meter worden gecoat. De meeste van deze machines kosten meer dan 2 miljoen euro per stuk.

Op de rem

Curator Kolkman: „Vijf jaar geleden is de fabriek nog verdubbeld in oppervlakte en zijn er nieuwe hallen en grote kranen bij gekomen. Toen waren de verwachtingen goed, nu staat de olie- en gassector met de voet op de rem.”

Angst voor claims

De directie vroeg zelf het faillissement aan. Kandidaat kopers waren er wel, maar zijn bang voor claims uit de VS en Canada, waar volgens Kolkman bij vorige opdrachten ‘dingetjes misschien niet helemaal goed zijn gegaan’. „Een bestaand bedrijf overnemen brengt dan een risico met zich mee. Maar er zijn dus overnamekandidaten. Met de eerste praat ik vandaag al.”

"De bankschuld bedraagt volgens Kolkman 2,8 miljoen euro. „Verder is er sprake van familiefinanciering door de eigenaar. Van de gewone crediteurenpositie heb ik nog geen beeld.”

Pieken en dalen

In het verleden werkte Bauhuis onder meer voor opdrachtgevers in Iran, maar door de economische boycot van de land zijn die werkzaamheden weggevallen. Bij de machinefabriek ging het overigens wel vaker met pieken en dalen. Zo werden in 2003 25 van de 70 medewerkers ontslagen, omdat er te weinig werk was. Toen kwam Bauhuis er echter weer bovenop.

 

 
Een echtgenote van een DGA heeft recht op een ww-uitkering
02 april 2015
Bron: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2015:11&keyword=gezagsverhouding

Bent u DGA en werkt uw partner in uw BV? Dan komt zij in aanmerking voor een WW-uitkering indien er, ondanks de familierelatie, tevens sprake is van een gezagsverhouding.

Indien een echtgenote na het faillissement van de BV een uitkering aanvraagt, wordt deze doorgaans door het UWV afgewezen omdat er een gezagsverhouding zou ontbreken. Blijkens vaste rechtspraak wordt een gezagsverhouding tussen een DGA en zijn of haar partner niet snel aangenomen omdat de familieverhouding overheerst. Dat is alleen anders als de arbeidsrelatie van de partner vergelijkbaar is met de arbeidsrelatie van de andere werknemers. In een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam heeft de echtgenote voldoende aannemelijk weten te maken dat haar arbeidsrelatie vergelijkbaar is met die van andere werknemers door het overleggen van onder andere het arbeidscontract en de loonstroken. De Rechtbank Rotterdam was van oordeel dat haar WW moest worden toegekend.

De Rechtbank Rotterdam verwijst in haar uitspraak onder meer naar jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep, maar sinds 2006 is de Hoge Raad de hoogste rechterlijke instantie met betrekking tot de verzekeringsplicht.

De Hoge Raad heeft in 2001 (HR:2001:AA9845) al geoordeeld dat een verhouding van persoonlijke aard niet in de weg hoeft te staan aan een gezagsverhouding. De Hoge Raad voegt daar nu aan toe dat het voor de aanwezigheid van een gezagsverhouding voldoende is dat de werkgever bevoegd is om de werknemer bindende aanwijzingen te geven omtrent het te verrichten werk. Het is niet noodzakelijk dat de werkgever ook daadwerkelijk feitelijk gebruik maakt van deze toekomende bevoegdheid.

Aannemelijk is dat er binnen afzienbare tijd ook een uitspraak komt waarin de rechter geen rekening meer houdt met de familieverhouding en oordeelt dat de partner van de DGA verplicht verzekerd is. Op dit moment is daar nog niet voldoende duidelijkheid over. http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2015:11&keyword=gezagsverhouding

 

 
Afspraken over ontslagverbod statutair bestuurder rechtsgeldig?
27 maart 2015
Bron: ECLI:NL:GHAMS:2015:55 (www.rechtspraak.nl)

Het Gerechtshof Amsterdam heeft onlangs de vraag beantwoord of bij een samenwerking tussen vier aandeelhouders kan worden afgesproken dat drie aandeelhouders de vierde aandeelhouder (die bestuurder is van de vennootschap) niet tegen zijn wil kunnen ontslaan. Dat lijkt in strijd te zijn met de wet, in het bijzonder artikel 2:44 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek.

De bestuurder werd toch ontslagen. Hij stapte naar de kort geding rechter. Die oordeelde dat de bestuuurder inderdaad niet ontslagen kon worden in verband met de afspraken die hij daarover met zijn medeaandeelhouders gemaakt had.

Het Gerechtshof kwam tot een heel ander oordeel. Die oordeelde dat in dit geval het afdwingen van naleving van het contractuele ontslagverbod in strijd was met de redelijlkheid en billijkheid.

 

 
Voor welke schulden is een vennoot in een vof of een commanditaire vennootschap aansprakelijk?
20 maart 2015
Bron:

Hebt u zich wel eens afgevraagd of u - als u toetreedt tot een bestaande vof of commanditaire vennootschap - ook voor de op dat moment reeds bestaande schulden aansprakelijk bent? De artikelen 18 en 19 van het Wetboek van Koophandel brengen mee dat de beherend vennoten van een commanditaire vennootschap of vof hoofdelijk aansprakelijk zijn voor alle schulden van de vennootschap. Dit betreft zowel de schulden die al bestonden op het moment dat u toetreedt, als de schulden die nadien ontstaan.

Voor de schuldeisers betekent dat, dat zij een extra verhaalsmogelijkheid hebben, namelijk de nieuw toegetreden vennoot, die ook volledig aansprakelijk is voor de op dat moment reeds bestaande schulden. Dat is ook niet onredelijk. De toetreder kan zelf beslissen of hij daar wel of niet voor aansprakelijk wil zijn, door - voordat hij daadwerkelijk toetreedt - de schuldenpositie eerst te beoordelen, en - als daartoe aanleiding is - garanties van de andere vennoten te bedingen.

Bij een maatschap is dat anders. Een maat in een maatschap bindt in beginsel alleen zichzelf. Als de hele maatschap gebonden is en aansprakelijk is voor een schuld, dan zijn de maten niet hoofdelijk, maar ieder voor een gelijk deel, aansprakelijk, zo oordeelde de Hoge Raad afgelopen week.

In dit geval was de uitkomst, dat de nieuw toegetreden vennoot volledig aansprakelijk was voor de schuld bij het pensioenfonds, die reeds was ontstaan voordat hij vennoot werd van de vof. ( zie Hoge Raad 13 maart 2015 http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2015:588)

 

 
Hoe veilig is een bankgarantie?
19 maart 2015
Bron:

Er zijn verschillende soorten bankgaranties die in het zakelijk verkeer gebruikt worden, bijvoorbeeld bij huur, aanneming van werk en aflevering van een machine. De meest verregaande bankgarantie is de zogenaamde abstracte bankgarantie op afroep. Die garantie biedt de hoogste vorm van zekerheid dat de garanderende bank ook daadwerkelijk tot uitbetaling overgaat. De bank moet namelijk de belangen in het oog houden van zowel diegene die de opdracht gaf tot het stellen van de bankgarantie (bijvoorbeeld de huurder of de opdrachtgever voor de bouw, of de koper van de machine) als van diegene te wiens gunste de garantie gesteld is (bijvoorbeeld de verhuurder, de aannemer of de leverancier van de machine).

Daarom moet een bank eigenlijk altijd betalen als aan de voorwaarden, zoals in de garantie geformuleerd, voldaan is. Er is slechts één uitzondering op dat beginsel, nl. als er sprake is van bedrog of willekeur aan de zijde van de begunstigde of diegene in wiens opdracht de bankgarantie verstrekt is. Bij de uitleg van een bankgarantie komt groot gewicht toe aan de strikt te lezen bewoordingen van de garantie.

Of er iets bijzonders aan de hand is in de onderliggende rechtsverhouding waarvoor de bankgarantie gesteld is, is voor de garanderende bank niet van belang. Dat kan in beginsel niet in de weg staan aan de vordering tot betaling uit hoofde van de bankgarantie. Als de bank een beroep wil doen op bedrog of willekeur, moet de bank dat wel direct doen, op het moment dat de bankgarantie afgeroepen wordt. De bank moet dat dan ook voldoende onderbouwen en inzicht geven in de gronden voor haar weigering, De stelling dat de factuur van de aannemer apert onjuist zou zijn, is onvoldoende voor een garanderende bank om geen gevolg te geven aan het verzoek tot uitbetaling door de begunstigde (zie http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2015:600).

 

 
Eenzijdige loonsverlaging, wel of niet toegestaan?
19 maart 2015
Bron:

In tijden van economische crisis zijn bedrijven soms genoodzaakt kostenbesparende maatregelen te nemen. Een voorbeeld daarvan is het verlagen van personeelskosten middels loonsverlaging. Een goed voorbeeld hiervan is de situatie bij V&D. Laatstgenoemde wenste een loonsverlaging door te voeren. Maar kan dit zomaar?

Nee, een werkgever kan niet zomaar eenzijdig een loonsverlaging doorvoeren. Hiervoor is in beginsel de uitdrukkelijke instemming van de werknemer nodig. Een werknemer zal niet snel akkoord gaan met een loonsverlaging. Dat betekent niet dat een werkgever kansloos is. Hoewel het niet eenvoudig zal zijn voor een werkgever om eenzijdig – dus zonder instemming van de werknemer – een loonsverlaging door te voeren, zijn er wel (beperkte) mogelijkheden.

In een dergelijke situatie is allereerst van belang of er in de arbeidsovereenkomst een eenzijdig wijzigingsbeding is opgenomen. Uit dit beding moet duidelijk blijken welke bepalingen of regelingen eenzijdig gewijzigd kunnen worden. Wanneer het eenzijdig wijzigingsbeding ook betrekking heeft op het overeengekomen loon, dient er vervolgens een belangenafweging gemaakt te worden: de werkgever dient een zo zwaarwichtig belang te hebben dat het belang van de werknemer dat door de wijziging zou worden geschaad, daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken. Voor het aannemen van een dergelijk zwaarwichtig belang dient terughoudendheid betracht te worden. Aan de zijde van de werkgever kan bij een zwaarwichtig belang gedacht worden aan de slechte financiële situatie. Dit moet uiteraard wel onderbouwd worden en is niet altijd reden om een zwaarwichtig belang van de werkgever aan te nemen. Aan de zijde van de werknemer is voornamelijk relevant of hij een sterke daling van zijn inkomen ondervindt. Wanneer dat het geval is, zal een eenzijdige wijziging niet snel worden toegestaan. Dit kan anders zijn wanneer dit wordt gecompenseerd of er een overgangsregeling wordt aangeboden.

Wanneer er geen sprake is van een eenzijdig wijzigingsbeding, kan de werkgever zich beroepen op goed werknemerschap, redelijkheid en billijkheid en/of onvoorziene omstandigheden om een loonsverlaging te rechtvaardigen. Of dit kans van slagen heeft, is sterk afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Uitgangspunt is dat een werknemer in beginsel niet gehouden is voorstellen van de werkgever tot wijziging van de arbeidsvoorwaarden te aanvaarden: daarover moet tussen hen overeenstemming worden bereikt (Hoge Raad d.d. 11 juli 2008, JAR 2008, 204).

 

 
Terugbetaling bedrag en wettelijke rente op basis van later vernietigde uitspraak
20 februari 2015
Bron:

De casus:
Gedaagde in eerste aanleg betaalt op grond van een veroordelende uitspraak van de rechtbank een bedrag aan eiser in eerste aanleg. Nu gedaagde in eerste aanleg het met deze uitspraak niet eens is, gaat hij in hoger beroep.

Gedaagde in eerste aanleg vordert in hoger beroep onder meer dat eiser in eerste aanleg genoemd bedrag aan hem terugbetaalt.

Het Gerechtshof vernietigd in hoger beroep de uitspraak van de Rechtbank. Het Gerechtshof vergeet echter de terugbetalingsvordering van gedaagde in eerste aanleg te beoordelen.

De Hoge Raad, het hoogste rechtscollege van Nederland, vernietigt de uitspraak van het Gerechtshof bij arrest van 13 februari 2015 en wijst de terugbetalingsvordering van gedaagde in eerste aanleg alsnog toe.

Met zijn uitspraak bevestigt de Hoge Raad verder dat eiser in eerste aanleg, die de betaling van gedaagde in eerste aanleg heeft ontvangen, vanaf de betalingsdatum zonder ingebrekestelling in verzuim was en dus met ingang van die datum ook wettelijke rente is verschuldigd over het bedrag dat hij aan gedaagde in eerste aanleg moet terugbetalen.

Met andere woorden: na het vernietigen van een uitspraak door een hogere rechter moet de partij die van de andere partij een bedrag heeft ontvangen op grond van een later vernietigde uitspraak, dit bedrag aan die andere partij terugbetalen, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag dat hij dat bedrag heeft ontvangen.

Link naar de uitspraak: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2015:302

 

 
Kinderalimentatie is sinds 1 januari 2015 niet meer aftrekbaar
02 februari 2015
Bron:

Wanneer partners gaan scheiden zal er in de meeste gevallen een alimentatieverplichting ontstaan. Die alimentatieverplichting kan bestaan uit de partneralimentatie en/of de kinderalimentatie. Ouders zijn tot de 21e verjaardag van hun kinderen wettelijk verplicht om bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding. De kosten van verzorging en opvoeding worden ook wel de kinderalimentatie genoemd.

Sinds 1 januari 2015 is de kinderalimentatie niet meer (fiscaal) aftrekbaar van de inkomstenbelasting. Dat heeft nadelige consequenties voor ouders die kinderalimentatie betalen.

Situatie tot 31 december 2014
Als uw kind niet zelf in zijn/haar levensonderhoud kan voorzien dan mocht u tot 31 december 2014, onder bepaalde voorwaarden, een vast bedrag voor de kosten van verzorging en opvoeding aftrekken voor de inkomstenbelasting. Er mocht een maximum bedrag aan kinderalimentatie als kosten voor levensonderhoud in aftrek worden gebracht als aan de volgende voorwaarden voldaan werd:
• Uw kind is aan het begin van het kwartaal jonger dan 21 jaar; • Uw kind kan in dat kwartaal niet zelf in zijn/haar levensonderhoud voorzien;
• Uw kind kan in dat kwartaal geen studiefinanciering, tegemoetkoming in de studiekosten of een vergelijkbare (buitenlandse) regeling verkrijgen;
• Uw uitgaven voor het levensonderhoud van uw kind zijn in dat kwartaal minimaal € 416,--.

Situatie per 1 januari 2015
Sinds 1 januari 2015 is de kinderalimentatie voor kinderen tot 21 jaar niet meer fiscaal aftrekbaar. Voorheen werd bij het vaststellen van de kinderalimentatie rekening gehouden met het fiscaal voordeel wat tot 31 december 2014 gold. De netto last was door het fiscale voordeel doorgaans lager.

Aangezien de kinderalimentatie momenteel niet langer aftrekbaar is, zal de alimentatiebetaler ook geen fiscaal voordeel meer genieten. Dat alimentatiebetaler loopt door deze wijziging het risico dat hij/zij teveel betaalt aan kinderalimentatie omdat er bij de eerder vastgestelde kinderalimentatie nog wel rekening is gehouden met het fiscale voordeel. De wijziging kan dus tot nadelige financiële consequenties leiden bij de alimentatiebetaler.

De wijziging heeft geen gevolgen voor de ontvanger van de kinderalimentatie omdat daar geen belasting over betaald hoeft te worden.

Herberekening?
De gevolgen van de wijziging voor de alimentatiebetaler kunnen worden verzacht door het vastgestelde bedrag voor kinderalimentatie te verlagen. Het is voor de alimentatiebetalers dan ook raadzaam om de alimentatie aan een herberekening te onderwerpen. Uiteraard kunnen wij een herberekening voor u maken en u helpen bij het doorvoeren van een wijziging ten aanzien van de eerder vastgestelde kinderalimentatie.

 

 
Artikel 39 Faillissementswet (Fw) waarin is bepaald dat de huurprijs vanaf de dag van faillietverklaring boedelschuld is
29 januari 2015
Bron:

Artikel 39 Faillissementswet (Fw) waarin is bepaald dat de huurprijs vanaf de dag van faillietverklaring boedelschuld is, geldt ook voor de huur van roerende zaken.

De Hoge Raad heeft op 9 januari 2015 een belangrijk arrest gewezen over de uitleg van artikel 39 Fw. Op grond van dit artikel kan indien de gefailleerde huurder is, zowel de curator als de verhuurder de huur tussentijds opzeggen op een termijn van in beginsel ten hoogste drie maanden. Over het algemeen wordt dit wetsartikel toegepast op huurovereenkomsten met betrekking tot onroerende zaken. De Hoge Raad heeft in dit arrest echter bevestigd, dat dit artikel ook geldt voor roerende zaken.

Een faillissement betekent niet dat automatisch alle lopende (huur)overeenkomsten komen te vervallen. Het faillissement brengt in beginsel geen wijziging in de verbintenissen die voortvloeien uit een overeenkomst.

In de procedure waarin de Hoge Raad dit arrest heeft gewezen, heeft een Kantonrechter een zogenaamde prejudiciële vraag aan de Hoge Raad voorgelegd. De Kantonrechter moest een geschil tussen de curator van een failliete huurder en de verhuurder beoordelen. De huurder en verhuurder hadden een huurovereenkomst gesloten met betrekking tot bekistingmateriaal (roerende zaken) ten behoeve van een bouwproject. Tijdens de huurperiode ging de huurder echter failliet. De curator had tijdens het faillissement de huur niet opgezegd. De bekistingmaterialen konden technisch gezien nog niet worden geretourneerd. Nadat de materialen wel konden worden opgehaald, heeft verhuurder de huurovereenkomst opgezegd op grond van artikel 39 Fw.

Tijdens de procedure voor de Kantonrechter was de vraag of de huurvorderingen over de drie maanden dat de huur doorliep na het faillissement, aangemerkt moesten worden als zogenaamde boedelvordering of een concurrent vordering. De curator stelde zich in deze procedure op het standpunt dat artikel 39 Fw niet van toepassing was op huurovereenkomsten betreffende roerende zaken. Omdat de Kantonrechter het antwoord op deze vraag ook niet wist, heeft hij deze vraag voorgelegd aan de Hoge Raad.

De Hoge Raad heeft overwogen dat de wetgever met de regeling van artikel 39 Fw de curator de mogelijkheid heeft willen geven om lopende huurovereenkomsten op korte termijn te beëindigen, zodat de verschuldigde huur na het faillissement niet kan oplopen tot een hoog bedrag.

De Hoge Raad overweegt dat volgens de laatste zin van artikel 39 lid 1 Fw de huurprijs vanaf de dag der faillietverklaring een boedelschuld is. Voor deze opzegmogelijkheid wordt de verhuurder gecompenseerd door de huurprijs vanaf de dag der faillietverklaring tot boedelschuld te verklaren en door ook hem de bevoegdheid te geven tot tussentijdse beëindiging van de huurovereenkomst. De Hoge Raad overweegt dat de tekst van art. 39 lid 1 Fw spreekt van ‘huur’, zonder onderscheid te maken tussen huur van onroerende zaken en huur van roerende zaken. Dit wijst erop dat deze bepaling ook van toepassing is op de huur van roerende zaken.

Het voordeel voor een huurder is dat de kans op een uitkering bij een boedelvordering hoger is dan bij een concurrente vordering. Een boedelvordering wordt namelijk door de curator, na voldoening van zijn eigen salaris en enkele andere preferente boedelschulden, als eerste uit de baten van het faillissement voldaan en heeft dus voorrang op een crediteur met een gewone (concurrente) schuld.

[1] http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:PHR:2014:2274


 

 
Vrije advocaatkeuze: het houdt de gemoederen bezig.
22 januari 2015
Bron: www.advocatie.nl

Het Europese Hof van Justitie heeft reeds in november 2013 bepaald dat een rechtsbijstandverzekeraar de verzekerden een vrije advocaatkeuze moet bieden. Het Hof heeft destijds vastgesteld dat de vrije advocaatkeuze geldt bij alle procedures, dus ook procedures waarvoor procesvertegenwoordiging niet verplicht is.

De Hoge Raad heeft in cassatie het recht op vrije advocaatkeuze door rechtsbijstandverzekerden formeel bevestigd. De Hoge Raad concludeerde dat het recht op vrije advocaatkeuze ‘niet afhankelijk mag zijn van een besluit van de rechtsbijstandverzekeraar dat een zaak door een externe rechtshulpverlener moet worden behandeld’.

Als gevolg van deze beslissing paste DAS de polisvoorwaarden aan, maar de verzekeraar bleef erbij dat ontslagprocedures bij het UWV niet onder de vrije advocaatkeuze vallen. Er is volgens DAS in dit geval namelijk geen sprake van ‘een administratieve procedure’ – er komt geen rechter bij kijken – en de wet bepaalt dat verzekerden alleen zelf hun advocaat mogen kiezen in het geval van een rechterlijke dan wel administratieve procedure.

De bescherming van de belangen van verzekerden omtrent de vrije advocaatkeuze lijkt in te gaan tegen de ‘restrictieve uitlegging’ van DAS, stelt de Hoge Raad in een uitspraak van 3 oktober 2014. Ook in een UWV-procedure kan een verzekerde immers behoefte hebben aan rechtsbijstand door een advocaat.

Toch is er volgens Hoge Raad geen waterdicht uitsluitsel over wat nu de exacte definitie is van een ‘gerechtelijke of administratieve procedure’ en of een UWV-procedure na een verzoek tot ontslag door een werkgever onder dat begrip valt. Het is nu aan het Hof om uitsluitsel te geven over de vraag hoe Nederlandse rechters hiermee om moet gaan.

Gingen er in oktober vorig jaar vanuit de Hoge Raad al vragen over de bandbreedte van de vrije advocaatkeuze voor rechtsbijstandverzekerden in een procedure bij het UWV naar het Hof van Justitie van de EU, nu is dat het geval met een bezwaarprocedure bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) in het kader van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Het Gerechtshof Amsterdam wil van het Hof weten of de bezwaarschriftprocedure bij het CIZ een ‘administratieve procedure’ is.

Kortom, de vrije advocaatkeuze voor rechtsbijstandverzekerden blijft de gemoederen bezig houden.

 

 
De klachtplicht van de koper
19 januari 2015
Bron: www.rechtspraak.nl

In een recente uitspraak van de Hoge Raad, het hoogste rechtscollege van Nederland, ging het om de koop/verkoop van een partij petten. De koper weigerde de koopprijs voor de petten te betalen. Daarop heeft de verkoper de koper in rechte gedagvaard en betaling van de koopprijs gevorderd.

De koper heeft pas laat na de levering van de petten bij verkoper geklaagd en toen pas aangegeven dat de geleverde petten gebreken zouden hebben (zogeheten non-conformiteit). Volgens de koper behoefde hij daarom de koopprijs niet aan de verkoper te betalen.

In de procedure bij de Hoge Raad ging het om de vraag of de koper tijdig heeft geklaagd bij de verkoper over de gebreken aan de petten en welke omstandigheden daarbij een rol spelen.

De wet zegt in artikel 7:23 BW dat de koper een klachtplicht heeft. De koper dient namelijk binnen bekwame tijd nadat hij de non-conformiteit (in dit geval de gebreken aan de petten) heeft ontdekt of redelijkerwijs had behoren te ontdekken, verkoper daarvan in kennis stellen.

Als de verkoper in de procedure het verweer voert dat de koper niet tijdig heeft geklaagd, dan dient de koper in de procedure aan te geven/te bewijzen op welk moment door hem is geklaagd.

De vraag of de koper binnen bekwame tijd heeft geklaagd over de gebreken, kan volgens de Hoge Raad niet in algemene zin worden beantwoord. Het gaat daarbij kort gezegd om alle omstandigheden van het geval, waaronder het antwoord op de vraag of de verkoper nadeel lijdt door het in een laat stadium klagen door de koper.

Bij een beroep door verkoper op de klachtplicht van artikel 7:23 BW hoeft de rechter volgens de Hoge Raad niet zelf te onderzoeken of de verkoper relevant nadeel heeft geleden door het pas laat klagen van de koper. De koper dient in de procedure aan te geven dat de verkoper daardoor geen relevant nadeel heeft geleden.

Het is dus voor de koper van groot belang tijdig - en bij voorkeur schriftelijk – bij de verkoper te klagen indien de koper meent dat de geleverde zaken gebreken vertonen. Dit om discussie daarover in een procedure en hoge kosten zoveel mogelijk te voorkomen.

Link naar de uitspraak: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2014:3593

 

 
Verkoop gekopieerde meubelstukken via internet
12 januari 2015
Bron: www.rechtspraak.nl

De Rechtbank Amsterdam heeft in een vonnis van 24 december jl. in een procedure enkele Engelse firma’s en hun bestuurder persoonlijk veroordeeld, de inbreuk op auteursrechten van enkele Italiaanse firma’s te staken en de schade te vergoeden. Het gaat om meubelstukken en verlichtingsmodellen. De verkoop vond plaats via Engelstalige internetsites, zonder Nederlands adres. Toch oordeelt de Rechtbank dat de inbreuk ook in Nederland plaatsvindt, omdat er vanuit Nederland wel goederen bij de Engelse firma’s kunnen worden besteld. De Nederlandse markt is niet uitdrukkelijk uitgesloten op de betreffende websites. Ook vanuit Nederland konden bestellingen worden gedaan op de Engelse websites. De betaling kon ook via een Nederlands betaalsysteem, dat in andere Europese landen niet bestaat (iDeal) plaatsvinden. Daarom heeft de Rechtbank het Nederlandse recht toegepast Dat er sprake is van kopieën van beschermde producten is niet bestreden in de procedure. Dat wist de directeur van de Engelse firma’s heel goed. Daarom is ook de directeur persoonlijk veroordeeld. Hij wist immers dat er sprake was van een inbreuk en bood de goederen desalniettemin via internet te koop aan. Dat is iets om rekening mee te houden.

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2014:9087.

 

 
Kredietopzegging door de bank; mag dat zomaar?
17 december 2014
Bron: ECLI:NL:HR:2014:2929
Op krediet overeenkomsten met banken, zijn de algemene voorwaarden van de Nederlandse Vereniging van Banken van toepassing. Daarin is geregeld dat het krediet vervroegd opgeëist kan worden als de kredietnemer haar verplichtingen niet of niet-tijdig nakomt. Als de bank dat doet moet er een boeterente betaald worden vanwege de vervroegde aflossing. In diezelfde algemene bepalingen is ook verwoord dat de bank de nodige zorgvuldigheid in acht moet nemen bij de verlening van haar diensten en naar beste vermogen rekening moet houden met de belangen van de cliënt. In een recente uitspraak oordeelde de Hoge Raad dat de ING in die zaak met betrekking tot de rentevaste leningen niet de nodige zorgvuldigheid in acht had genomen bij de opzegging omdat de cliënt steeds aan haar betalingsverplichting had voldaan en de bank geen (krediet)risico liep nu de waarde van de gestelde zekerheden de waarde van de leningen flink oversteeg. Volgens de rechter liet de ING haar eigen belang te zwaar wegen. De beëindiging van de rentevaste leningen, waardoor de cliënt boeterente verschuldigd zou worden, oordeelde de Hoge Raad naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid daarom onaanvaardbaar.
ECLI:NL:HR:2014:2929
 

 
Onderwaarde van de woning bij echtscheiding
17 december 2014
Bron: ECLI:NL:HR:2014:2929

In de huidige malaise op de woningmarkt worden steeds meer echtelieden die willen scheiden geconfronteerd met het feit dat de woning minder waard is dan de hypotheek die daarop rust. Tot voor kort ging iedereen er eigenlijk vanuit dat de echtgenoot die vertrekt dan aansprakelijk is voor de helft van de onderwaarde die hij/zij dan moet betalen aan diegene die de woning en de hypotheek toegewezen krijgt. Zeer recentelijk is gebleken dat de Rechtbank daar toch wat genuanceerder tegenaan kijkt. Daarbij hanteert de Rechtbank als uitgangspunt dat de hypotheekschuld op dit moment niet opeisbaar is en dat er pas in de toekomst afgerekend hoeft te worden met de bank. Diegene die de woning toegescheiden krijgt heeft een goed betaalbare woning die ook nog eens mooi is ingericht en hoeft daar ook geen kosten voor te maken. De Rechtbank oordeelde dat het daarom billijk is om de onderwaarde contant te maken over een termijn van 10 jaar (de door de Rechtbank ingeschatte termijn dat die persoon nog in de woning blijft wonen) en komt daarmee ver onder de werkelijke onderwaarde uit die de vertrekkende echtgenoot moet vergoeden.

In een andere zaak oordeelde een andere Rechtbank min of meer hetzelfde, maar betrok daarbij ook het feit dat vanwege een gezamenlijke geloofsovertuiging, de vrouw haar opleiding heeft stop gezet en de zorg voor de kinderen op zich heeft genomen, waardoor zij een beperkte verdiencapaciteit heeft. Bovendien had zij geen liquide middelen. In die zaak kwam de Rechtbank tot het oordeel dat de vrouw slechts een kwart van de onderwaarde aan de man behoefde te vergoeden en dat zij die bovendien pas hoefde te betalen op een moment dat zij weer over voldoende inkomsten beschikt. Dat staat allemaal niet in de wet, maar baseert de Rechtbank op redelijkheid en billijkheid. Er zijn dus mogelijkheden voor diegene die uit de woning vertrekt om niet volledig aansprakelijk gehouden te worden voor een eventuele restantschuld/onderwaarde.
(ECLI: NL:RBMNE:2014:5338 en ECLI:NL:RBGEL:2014:7010)

 

 
Nieuwe regels arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd
16 december 2014
Bron:

Per 1 januari 2015 treedt de Wet Werk en Zekerheid in werking. Eén van de bijzondere regelingen uit die wet is dat bij arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, die aflopen vanaf 1 februari 2015, de werkgever aan de werknemer uiterlijk een maand voor de afloop van die arbeidsovereenkomst schriftelijk dient mee te delen:
1. of de werkgever de arbeidsovereenkomst al dan niet wil voortzetten; en zo ja,
2. onder welke voorwaarden.
Deze verplichting geldt voor tijdelijke arbeidsovereenkomsten met een looptijd van 6 maanden of langer. Als de werkgever helemaal niet aan deze aanzegplicht voldoet moet hij de werknemer een maand loon betalen. Als hij de werknemer te laat informeert, dan moet hij de werknemer voor iedere dag dat de werkgever te laat is met zijn aanzegging een dag loon betalen. Als de werkgever niet volledig aan zijn aanzegplicht heeft voldaan wordt de arbeidsovereenkomst voor dezelfde looptijd voortgezet voor ten hoogste 1 jaar op de bestaande condities. Deze aanzegplicht geldt niet voor tijdelijke arbeidsovereenkomsten waarin geen vaste einddatum is opgenomen ( bijvoorbeeld bij vervanging tijdens ziekte). U doet er dus verstandig aan direct te gaan inventariseren welke arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd u hebt en te agenderen wanneer u de werknemer moet informeren. Let goed op. De eerste verplichting ontstaat al voor het einde van deze maand!

 

 
Is drugs gebruik in de privésfeer reden voor ontslag op staande voet?
9 september 2014
Bron: Kolkman Advocaten
De Hoge Raad oordeelde in het arrest Dirksz/Hyatt dat er geen onderscheid gemaakt hoeft te worden tussen drugsgebruik in de privésfeer en op het werk en dat een ontslag op staande voet op die grond gerechtvaardigd is. 

Toch oordeelde de kantonrechter in Hoorn onlangs dat drugsgebruik in de privésfeer in zijn algemeenheid geen reden voor ontslag op staande voet is. Wel wanneer de drugs op het werk of tijdens het woon-werkverkeer worden gebruikt. Het ontslag op staande voet is dan ook nietig en de werkgever wordt veroordeeld tot doorbetaling van het loon met een boete. 

Waarom de kantonrechter zo afwijkt van de uitspraak van de Hoge Raad in de Dirksz/Hyatt-arrest is wellicht te verklaren uit het feit dat de werknemer in die casus een casinomedewerkster betrof en er een streng antidrugsbeleid gevoerd werd door het casino en het casino er belang bij had haar goede naam en aantrekkelijkheid voor de gasten te behouden en de werkneemster, die een representatieve functie uitoefende en na de ontdekking weigerde deel te nemen aan haar rehabilitatieprogramma. Het voeren van een zerotolerancebeleid is dan kennelijk de enige  houvast voor een werkgever.
 

 
Bestuurdersaansprakelijkheid voor belastingschulden
9 september 2014
Bron: Kolkman Advocaten
Het klinkt verleidelijk om, als u even de liquiditeit niet hebt, de belasting niet op tijd te betalen i.p.v. de lonen of de leveranciers. Als u dat één maand doet, levert dat niet direct een boete op, maar de kans bestaat dat u ook daarna niet in staat bent tijdig aan uw betalingsverplichtingen te voldoen en dat u dan die achterstand bij de Belastingdienst niet in kunt halen. Hebt u dan geen melding betalingsonmacht gedaan bij de Belastingdienst dan bent u als bestuurder privé aansprakelijk voor de belastingschuld van de onderneming. Ook wanneer u geen aandeelhouder bent en daar dus zelf niet beter van wordt. 

U staat er misschien niet zo gauw bij stil maar er kan ook een belastingschuld ontstaan als er, door een fout van een accountant, geen juiste aangifte is gedaan. Bijvoorbeeld als vergeten wordt de BTW over de verkoop van een pand in de aangifte te betrekken. Kunt u zich als bestuurder dan achter de fout van de accountant verschuilen? De Hoge Raad oordeelde in een arrest van 8 augustus 2014 dat de kennis en het inzicht van degene aan wie de vennootschap het doen van aangifte opdraagt (de accountant) aan de vennootschap kan worden toegerekend. De vennootschap is dus aansprakelijk voor de belastingschuld; dat is ook logisch want de vennootschap heeft de BTW wel ontvangen maar niet afgedragen.

Maar de bestuurder privé is in dit geval niet aansprakelijk volgens de Hoge Raad omdat in het aansprakelijkheidsrecht een ieder in beginsel alleen voor zijn eigen daden en nalatigheden aansprakelijk is.
 

 
Ondernemers- en huwelijkse voorwaarden
9 september 2014
Bron: Kolkman Advocaten
Het standaard advies is om als ondernemer huwelijkse voorwaarden op te laten maken om de onderneming te beschermen bij het eventueel stranden van het huwelijk. In die voorwaarden staat dat er jaarlijks moet worden afgerekend. Anders zal alsnog de waarde van de onderneming verrekend moeten worden. 

Maar hoe zit het dan met de rekeningcourantschuld van de directie aan de BV? Veel ondernemers nemen voor bijzondere uitgaven geld op uit hun onderneming. Daardoor ontstaat er een schuld in rekening-courant aan de onderneming. Wordt dat ook meegenomen bij een verrekenbeding bij een echtscheiding? Volgens een recente uitspraak van het Hof Den Haag is dat niet het geval. De waarde van de aandelen in de BV moest de ondernemer bij de echtscheiding verrekenen met zijn ex-echtgenote maar de schuld in rekening-courant was een persoonlijke schuld van de man aan zijn vennootschap en die mocht niet meegenomen worden bij de afrekening van het huwelijk. 

In dat geval was de ondernemer dus beter af geweest als hij in gemeenschap van goederen was gehuwd. Dat was natuurlijk nooit de bedoeling maar wel de uiteindelijke uitkomst als u het niet goed regelt!
 

 
Mededelingsplicht inroepen rechten bodemzaken
15 oktober 2014
Bron: Kolkman Advocaten
Op 1 januari 2013 trad een wetswijziging in werking ten aanzien van het bodemrecht. Wat velen zich nog niet beseffen, is dat het voor derden-eigenaren, leasemaatschappijen, pandhouders en andere zekerheidsgerechtigden sindsdien nog lastiger is geworden om de wettelijk verankerde voorrangspositie van de Belastingdienst te ontlopen. Wilt u uw rechten op een bodemzaak (machines, inventaris, etc.) uitoefenen, dan moet u de Belastingdienst vooraf informeren. Deze zogenoemde mededelingsplicht geldt ook wanneer u iets gaat doen waardoor de bodemzaken niet meer als bodemzaken kunnen worden aangemerkt.


Rechthebbenden zijn verplicht om de Belastingdienst te informeren wanneer de totale waarde van de bodemzaken meer is dan € 10.000,-- (op dit moment). Melding moet gebeuren via een formulier op de website van de Belastingdienst. Nadat de Belastingdienst is geïnformeerd, mag de rechthebbende vier weken lang geen rechten uitoefenen. Zijn er bepaalde soort belastingschulden, dan mag de Belastingdienst gebruik maken van haar bodem(voor)recht. Pas als de Belastingdienst de vierweekstermijn ongebruikt laat of laat weten de zaken weer vrij te geven komt de rechthebbende weer in beeld. Trekt de rechthebbende zich niets aan van de mededelingsplicht, dan moet deze aan de Belastingdienst de opbrengst of de executiewaarde van de bodemzaak vergoeden; tot maximaal de verkoopopbrengst of de hoogte van de openstaande belastingschulden. De Belastingdienst kan de executiewaarde eenzijdig via een aanslag opleggen. Bezwaar aantekenen is mogelijk, maar leidt tot ongewenste procedures en hoge kosten.
 

 
Uitspraak Hoge Raad auteursrechtelijke bescherming Rubiks kubus
19 september 2014
Bron: Kolkman Advocaten
Op 19 september 2014 heeft de Hoge Raad, de hoogste rechterlijke instantie in Nederland, een uitspraak gedaan over de auteursrechtelijke bescherming van de zogeheten Rubiks kubus.

De hoofdregel: Een werk is auteursrechtelijk beschermd indien het een eigen oorspronkelijk karakter bezit en het persoonlijk stempel van de maker draagt.

In deze uitspraak ging het om de Rubiks kubus die u wellicht nog kent uit met name de jaren tachtig. Het was toen een ware rage.  Een puzzel in de vorm van een kubus met elk zijvlak in een andere kleur waarbij elke rij met blokjes zowel horizontaal als verticaal kan worden gedraaid. Het doel is om door de rijen op de juiste manier te draaien de zes zijvlakken van de kubus weer een egale kleur krijgen.

De bedenker/maker van de kubus beriep zich in deze zaak onder meer op auteursrechtelijke bescherming van a) de kubus als hoofdvorm, b) de samenstelling daarvan uit verschillende kleinere elementen en c) de ‘360-graden-draaibaarheid’ van de kubus.

Volgens de Hoge Raad komen al deze elementen niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking, nu deze elementen louter een technisch effect dienen of te zeer het resultaat zijn van een door technische uitgangspunten beperkte keuze. 

De Hoge Raad voegde daar aan toe dat de enkele omstandigheid dat hetzelfde idee op uiteenlopende wijze kan worden vormgegeven, niet meebrengt dat de gekozen vormgeving een zogeheten eigen oorspronkelijk karakter heeft en voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt.

Wel kwamen de zes gekleurde vlakken van de kubus (rood, oranje, geel, groen, blauw en wit) voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking, nu daarmee wel aan het zogeheten ‘oorspronkelijkheidscriterium’ is voldaan. De keuze van de kleuren van de kubus is niet door technische of functionele eisen bepaald. 

Nu de inbreukmaker kubussen op de markt had gebracht in eenzelfde kleurstelling als de Rubiks kubus en deze een ‘gelijke totaalindruk’ hadden, was in dit geval toch sprake van auteursrechtschending.

Deze uitspraak maakt weer eens duidelijk dat technische/functionele  elementen  zich veelal lastig tot niet auteursrechtelijk laten beschermen.
 

 
Werkgever mag Ipad belastingvrij verstrekken aan werknemers
30 september 2014
Bron: Kolkman Advocaten
Moet een tablet zoals een Ipod gezien worden als een computer of een communicatiemiddel? Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 29 september 2014 bepaald dat de Ipad gezien kan worden als een communicatiemiddel. Werkgevers mogen om die reden een Ipad onder bepaalde voorwaarden belastingvrijverstrekken aan hun werknemers, zonder inhouding van loonheffing.

Het Gerechtshof Arnhem heeft daarmee de eerdere uitspraak van de Rechtbank Haarlem vernietigd waarin werd bepaald dat een Ipad een computer is en daarom niet belastingvrij aan werknemers kan worden verstrekt. (Lees meer…)

Touchscreen
Volgens het Gerechtshof Amsterdam beperkt het touchscreen van de Ipad het gebruik van het apparaat als computer. Typen en invoeren van omvangrijke teksten gaat bij een Ipad minder snel dan bij andere apparaten met een gebruikelijk toetsenbord, zoals bij een laptop of een computer.

Een dergelijke beperking van een touchscreen speelt niet of nauwelijks bij mobiele communicatie zoals WhatsApp, sms’en of e-mailen. Om die reden kan een Ipad worden aangemerkt als communicatiemiddel, aldus het Hof.
Dat heeft tot gevolg dat ‘de werkgever voor wie het zakelijk gebruik van de Ipad van meer dan bijkomstig belang is’ een Ipad belastingvrij kan verstrekken aan zijn werknemers. Dat mag alleen als het zakelijk gebruik ervan boven de 10% ligt.

Let op: werkkostenregeling 2015

Van belang is dat het fiscale onderscheid tussen tablets, computers en smartphones per 1 januari 2015 verdwijnt omdat dan de nieuwe werkkostenregeling voor alle werkgevers verplicht wordt. Zowel voor computers als mobiele communicatiemiddelen (zoals de Ipad) geldt dan het noodzakelijkheidscriterium.
De werkgever kan een werknemer dan een tablet of een ander apparaat geven als hij die nodig heeft voor het werk, zonder dat de werkgever rekening dient te houden met het privévoordeel van de werknemer.
In het huidige stelsel hoeft de werkgever geen belasting af te dragen als een apparaat van het werk voor 90% zakelijk gebruikt wordt. Anders kan het worden gezien als verkapt loon en wordt er belasting geheven over het aankoopbedrag.
 

 
De Wet werk en zekerheid: ingrijpende veranderingen van het arbeidsrecht
30 september 2014
Bron: Kolkman Advocaten
Onlangs heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Wet werk en zekerheid (WWZ). Het arbeidsrecht verandert hierdoor ingrijpend. De WWZ treft verschillende maatregelen die de rechtspositie van de flexwerker moet versterken en voorziet in een hervorming van het ontslagrecht. Hieronder staan de belangrijkste wijzigingen op een rij. 

Wijzigingen per 1 januari 2015 
- vanaf 1 januari 2015 is het niet meer mogelijk een proeftijd overeen te komen bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van zes maanden of korter; 
- met ingang van 1 januari 2015 geldt voor alle arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd van zes maanden of langer een “aanzegverplichting”. Dit houdt in dat de werkgever verplicht wordt om een werknemer minimaal één maand voor het einde van de arbeidsovereenkomst schriftelijk te informeren of de arbeidsovereenkomst wordt voorgezet en zo ja, onder welke voorwaarden. Zegt een werkgever niet aan dan eindigt de arbeidsovereenkomst weliswaar van rechtswege, maar is de werkgever een vergoeding van één maandsalaris aan de werknemer verschuldigd. Wordt niet tijdig aangezegd, dan is een vergoeding naar rato verschuldigd; 
- vanaf 1 januari 2015 kan de loondoorbetalingsverplichting na de eerste zes maanden van een oproepcontract alleen nog voor specifiek in cao genoemde functies worden uitgesloten. Voorwaarde hiervoor is dat de aan die functies verbonden werkzaamheden incidenteel van aard zijn en geen vaste omvang hebben; 
- vanaf 1 januari 2015 is een concurrentiebeding bij een tijdelijk dienstverband alleen nog toegestaan wanneer hiervoor zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen bestaan en moet er bovendien een schriftelijke motivering overeen worden gekomen. 

Wijzigingen per 1 juli 2015 
- vanaf 1 juli 2015 wijzigt de ketenregeling voor opvolgende tijdelijke contracten. Nu is het zo dat een tijdelijke medewerker na 3 jaar of na 4 contracten een vast contract krijgt als de verschillende tijdelijke contracten binnen 3 maanden opvolgen. Straks wordt dit na een periode van 2 jaar. De opvolgingsperiode wordt 6 maanden in plaats van 3 maanden; 
- per 1 juli 2015 treedt het nieuwe ontslagrecht in werking. De ontslagroute wordt afhankelijk van de reden van opzegging. De werkgever moet naar het UWV indien de ontslaggrond bedrijfseconomische redenen of langdurige arbeidsongeschiktheid betreft. Bij alle andere ontslaggronden moet de werkgever zich tot de Kantonrechter wenden; 
- de ontslagvergoeding wordt een transitievergoeding. De hoogte hiervan is bij wet geregeld en is afhankelijk van het aantal dienstjaren. De transitievergoeding bedraagt voor de eerste 10 jaar van de arbeidsovereenkomst een bedrag gelijk aan 1/3 maandsalaris per dienstjaar; voor de periode daarna 1/2 maandsalaris per dienstjaar. De transitievergoeding is maximaal € 75.000,-- of maximaal één jaarsalaris wanneer de werknemer meer verdient dan dat bedrag; 
- onder het nieuw ontslagrecht is het nog steeds mogelijk om een beëindigingsovereenkomst te sluiten. Ook kan een werknemer schriftelijk instemmen met de opzegging door de werkgever. Onder het nieuwe recht heeft de werknemer echter de mogelijkheid om binnen 14 dagen de instemming te herroepen of de beëindigingsovereenkomst te ontbinden. De werkgever moet de werknemer op deze mogelijkheid wijzen. Doet hij dat niet dan wordt deze termijn verlengd van 14 dagen naar 3 weken.
 

 
Curator onderzoekt of Eduper Groep verder kan na bankroet moeder
19 juli 2014
Bron: De Twentsche Courant Tubatia
ENSCHEDE – Curator Eddy Kolk­man onderzoekt of de Eduper Groep zelfstandig verder kan na het faillissement van moederbe­drijf H3 Enschede Holding. De di­rectie van H3 vroeg afgelopen woensdag zelf het faillissement aan.

H3 is volledig eigenaar van de Eduper Groep én van NSL Hol­ding. Eduper bestaat sinds 2005 en ontwikkelt scholingstrajecten voor bedrijven en instellingen. Bo­vendien heeft het een detache­ringstak en een unit die software ontwikkelt: DockLink. Bij Eduper en zusberbedrijf NSL werken vol­gens curator Kolkman 35 mensen in vaste dienst en 40 op detache­ringsbasis.

Eduper groeide in de eerste jaren na de oprichting snel. Het bureau hielp bedrijven bij het bijscholen van personeel. Daarbij werd gebruik gemaakt van de mo­gelijkheden die deWet verminde­ring afdracht loonbelasting (WVA) bood. Via deze wet kre­gen werkgevers korting op de loonheffing als personeel werd bij­schoold op een roc of hogeschool en daarbij een officieel erkend di­ploma behaalde. Deze fiscaalvrien­delijke regeling is begin dit jaar echter geschrapt, waardoor ook het verdienmodel van Eduper deels verdween.

Bovendien trokken de roc’s zich grotendeels terug van deze markt van scholing voor bedrijven. Het antwoord van H3 Holding op de­ze laatste ontwikkeling heette Global Academy. H3 Holding ging in 2010 via Global Academy met deels freelance ingehuurde docenten zelf onderwijs verzor­gen en was met 5.000 cursisten één van de grootste in haar soort. Global Academy kwam echter in opspraak na een kritisch rapport van de Inspectie van het Onder­wijs over twee van haar opleidin­gen. „Die negatieve publiciteit deed het bedrijf geen goed. Het aantal cursisten is daarna fors ge­daald”, zegt curator Kolkman.

Lees verder...
 

 
spacer
spacer Kolkman Advocaten voor ondernemers | Twentepoort Oost 55a Almelo | info@kolkman.nl PRIVACY | ALGEMENE VOORWAARDEN | ESG POLICY | DISCLAIMER
Om inzicht te krijgen in het gedrag van bezoekers op onze website maken we gebruik van Google Analytics. Deze informatie verzamelen we met behulp van cookies.
Meer informatie    
   AKKOORD